Beroepsgericht rekenen
In vmbo 3/4 en mbo (de ‘beroepskolom’) staat een vakopleiding centraal. Natuurlijk is er ook aandacht voor burgerschap en eventuele doorstroom naar hbo, maar de beroepsopleiding drukt het stempel. Bij vrijwel elk vak wordt ook gerekend, soms impliciet en kleinschalig, soms expliciet, waarbij ook sprake is van wiskundige vaardigheden. Het is dus van belang om te kunnen rekenen, waarbij het soms belangrijk is eerder opgedane vaardigheid te activeren en te leren toepassen in de context van de beroepsopleiding.
In de periode 2009-2017 werd in Nederland gewerkt aan een aanpak waarbij voor iedereen eenzelfde rekenniveau in beeld werd gebracht, het 2F-niveau uit het referentiekader rekenen. Daarnaast was er voor sommige onderwijstypen sprake van een hoger niveau, 3F. Het stellen van deze niveaus (en de daarbij horende toetsing) heeft veel losgemaakt binnen de beroepskolom. Het is belangrijk dat iedereen een bepaald niveau heeft (dat geldt overigens niet alleen voor rekenen), maar er zijn ook grenzen aan deze ‘uniformiteit’. Het blijkt in de praktijk dat het niveau 2F nog veel onderwijstijd vraagt, en dat die investering ook enigszins los blijft staan ten opzichte van de centrale opdracht, nl. opleiden voor een vak. De beroepskolom zal zich in de periode 2017-2021 opnieuw moeten bezinnen op de rol van die rekenvaardigheden en daarom wordt ook onderzocht of het mogelijk is een deel van die vaardigheden te beschouwen vanuit een meer beroepsgerichte insteek -> beroepsgericht rekenen.
Bij beroepsgericht rekenen wordt binnen een vakopleiding nadrukkelijk onderwijstijd ingericht om extra aandacht aan rekenvaardigheden te besteden. Het gaat daarbij om rekenvaardigheden die relevant zijn voor het beroep.
Hieronder voorbeelden, tips en verwijzingen
Werkwijze
Na een paar inspirerende voorbeelden van rekendocenten (bij de start van dag 1) gingen duo’s vanuit de scholen – een rekendocent en een burgerschap en/of vakdocent – aan de slag met het maken van curriculumgerichte onderwijsleerinhouden. Het resultaat van deze ’tryouts’ (na dag 2) is genoteerd op posters die gebundeld zullen worden door de MBO-raad en het Steunpunt taal en rekenen mbo.
Binnen ROC Nijmegen wordt gekeken of voor de afdelingen Timmeren, Elektro, Installatie en Schilderen een ondersteuning ingericht kan worden, waarbij rekenvaardigheden meer aandacht krijgen binnen de vakopleidingen. Dat vraagt iets extra’s van de praktijkdocenten en hoe het onderwijs georganiseerd wordt (o.a. met steun van rekendocenten).
- Ga als rekendocent eens naar een praktijklokaal
- Geef eens een rekenles in een praktijklokaal
- Laat studenten foto’s maken van praktijksituaties
- Laat studenten een praktijkopdracht meenemen naar rekenen (incl. de ’dingen’ die daar bij horen)
- Stem af met je collega’s
- Ga eens in gesprek met de leerling
- Leg een verband tussen verschillende oplossingsstrategieën
- Probeer het vak rekenen/wiskunde zo min mogelijk geïsoleerd te duiden, maar altijd in samenhang met de kwalificatiedossiers van het mbo (en de examens van beroepsgerichte vakken in het vmbo).
- Als er ruimte is in het onderwijsprogramma (minor?), probeer daar dan een zo realistisch mogelijk beeld van het (v)mbo te schetsen, en dit te ondersteunen met toegespitste praktijkstages.
- Werk samen tussen pabo en tweedegraads lerarenopleiding als het gaat om een gezamenlijke kennisbasis, maar wel met uitwerking voor verschillende doelgroepen.
- Platform Rekenbewust vakonderwijs
- Jonker, V. and Wijers, M. (2008). Pilots rondom raamwerk rekenen-wiskunde mbo afgerond (PDF) (pp. 12). Utrecht: Kernteam raamwerk rekenen/wiskunde mbo.
- Wijers, M., Jonker, V., Huisman, J., Van Groenestijn, M. and Van der Zwaart, P. (2007). Raamwerk rekenen/wiskunde mbo. Versie 0.9 december 2007 (PDF). Utrecht: Freudenthal instituut.
- Wijers, M., Hoogland, K. and Jonker, V. (2010). Rekenwijzer AKA. Rekenen voor de AKA-opleiding en andere niveau 1-opleidingen (PDF). Ede: MBO2010.