Terugblik op de PABOconferentie ‘Kennisbases: kansen voor kennis?!’
Op woensdag 6 april 2011 vond op PABO Driestar te Gouda een landelijke PABOconferentie plaats. Het betrof hier een zaakvakken-conferentie; opgezet door aardrijkskunde- (KNAG), geschiedenis- (VGN), en natuur- en techniekdocenten (Netwerk natuur en techniek). Namens ECENT zat Gert Talens in de organisatie van de dag. Centraal stonden de diverse kennisbases die opgemaakt zijn voor de PABO’s.
In het ochtendgedeelte hielden twee inleiders een verhaal:
Taeke van den Akker – Lid van het college van Bestuur van PABO De Kempel te Helmond, lichtte vanuit zijn rol als lid van de agendacommissie van het LOBO (platform van directies van PABO’s) een blik op de kennisbases toe. Van den Akker hield een betoog over hoe vanuit de PABOdirecties gekeken wordt naar de diverse kennisbases die voor PABO’s ontwikkeld zijn. Van den Akker spreekt over kansen en stelt daarbij dat het wellicht toch ook vooral gaat om ‘een onvergetelijke meester te gaan worden’, gedurende de PABOtijd. Van den Akker geeft aan dat er een discussie is over de status van de kennisbases. Zijn ze bovendien als startbekwaam gesteld of als vakbekwaam?
De kansen die Van den Akker ziet zijn:
- De diverse kennisbases schudden de diverse curricula eens flink op
- Het leggen van dwarsverbanden in lesinhouden is mogelijk kansrijker
- Doorgaande lijnen kunnen nu beter afgestemd worden met de toeleveranciers van PABO’s waardoor het instroomniveau verhoogt wordt
- Er liggen mogelijkheden voor postinitiële opleidingen
- Er is sprake van legitmering van vakken
Tot slot geeft Van den Akker aan dat LOBO zich op het spoor van temporiseren bevindt. Eerst nog maar eens goed nadenken en overleggen.
Symen van der Zee – Saxion promovendus, sprak over ‘hoe komt kennis tot kinderen’. Uitgangspunt van zijn verhaal was een positieve: Met de kennisbases in de hand zijn mooie analyses gemaakt van alle vakinhouden. Waar het volgens Van der Zee nu op aankomt is om deze analyses te gebruiken voor de volgende stappen.
Van der Zee geeft vervolgens aan dat opleidingen naast de kennisbases ook een ervaringsbases zouden moeten gaan ontwikkelen. De kennisbases samenhangend in de ervaringsbasis! ‘Wat is belangrijk om mee te maken in het onderwijs?’ Daarna zouden opleiding ook een twijfelbasis moeten opstellen. Een twijfelbasis met vragen die twijfel oproepen over kennis. Dit alles om ontwikkeling en denken van kinderen te bevorderen.
In de middag werden diverse workshop gegeven.
In de workshop van natuuronderwijsdocenten werd gesproken over de kennisbasis van natuur. De volgende punten kwamen aan de orde:
- Probeer te zoeken naar integratie van N&T met taal en rekenen/wiskunde;
- Hoe krijg je meer aandacht voor de Kennisbases bij het management team van de opleiding? Vooral wat betreft N&T, waarbij de zorg wordt uitgesproken dat als N&T geen ‘hard’ vak is als rekenen/wiskunde, dan blijft het een beperkt vak en wordt er niets met de Kennisbasis gedaan
- Hoe leg je verbindingen tussen de verschillende pijlers van de kennisbasis? Dat lijkt mogelijk door een brede aanpak, waarbij de kennispijlers samengaan met de meer didactisch georiënteerde pijlers
- Er bestaat onduidelijk over de inhoudelijke diepgang die wordt gevraagd voor een startbekwame leerkracht; daarover zou eerst consensus moeten komen
- Wat moet het niveau van een student zijn als het om onderzoeken en ontwerpen gaan; of is het voldoende als een student deze onderwijsleerstrategieën aan leerlingen kan aanbieden?
- Zijn PABOdocenten zelf voldoende bekwaam om studenten te begeleiden bij het doen van onderzoek?
- Wat is het vertrekpunt van de Kennisbasis: is vakinhoud een randvoorwaarde of leidt het opleiden via competenties tot vakinhoudelijke kennis bij studenten?
- Voor N&T wordt er op een vergelijkbare manier als voor rekenen/wiskunde een Summer Course georganiseerd vanuit het wetenschapsknooppunt Nijmegen
- Biedt verschillende stromen aan op de opleiding: een mbo-instroom en een havo-vwo- instroom
- Tanden zetten in de opleiding, laten we van de PABO een stevige opleiding maken!
- De kennisbasis maakt de noodzaak tot erkenning van nascholing duidelijk: de Kennisbasis in 4 jaar proppen is onmogelijk, dat kan leiden tot het besef van ‘leren leren’ bij studenten en leraren en kan directies duidelijkheid geven en kaf van koren scheiden
- De aandacht voor vakinhoud en toetsing ervan heeft het risico dat de aandacht voor vakdidactiek vermindert
- Gebruik voor propedeuse studenten, die toch een zekere angst vertonen voor bètavakken op exemplarische wijze aansprekende voorbeelden, zorg voor lessen waarmee ze succeservaringen kunnen opdoen op dit gebied
- ‘Natuur Inzichtelijk’ is een goede basis voor biologie, maar sommige docenten vinden de inhouden als het gaat om natuurkunde en techniek te schraal. Daarvoor eventueel gebruik maken van materiaal voor de onderbouw VO, bijvoorbeeld NaSk 1,2 voor natuurkunde
Een van de workshops in de middag ging over Genredidactiek in zaakvakonderwijs.
In deze workshop ging Gerald van Dijk (Lerarenopleider Techniek, HU, Ecent) in op Genredidactiek, een mooi voorbeeld van integratie van zaakvakonderwijs met taal, met name met het domein schriftelijke communicatie. Daarnaast vertelde Van Dijk ook over zijn eerste ervaringen met het schrijven van een verslag bij geschiedenisonderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van LEONED. Daar zal de komende tijd meer verschijnen over genredidactiek. Deze workshop staat ook op het programma van de ECENT conferentie van 12 mei 2011.
Genredidactiek kent 4 fasen
Fase 1 Het veld opbouwen:
– Lezen (met taalsteun), luisteren (receptief)
– Praten, productie van vaktaal uitlokken, verwerkingsvragen
– Oriëntatie op het genre
Fase 2 De tekstsoort modelleren:
– Een goed voorbeeld laten zien
– Aanwijzen welke talige en inhoudelijke keuzes de schrijver heeft gemaakt om iets aan de lezer duidelijk te maken. Op niveau van macrostructuur, op zinsniveau en op woordniveau
– Gebruik van metataal. Aansluiten bij grammaticale voorkennis, maar FUNCTIONEEL
Fase 3 Gezamenlijke constructie:
– Leerlingen dragen suggesties aan
– Leraar denkt hardop, geeft feedback op inhoud, macrostructuur, zinsbouw, woordkeuze (functioneel), gebruik makend van inzichten uit fase 2
Fase 4 Onafhankelijk schrijven:
– Tussentijdse feedback vanuit lesmateriaal (bijv dmv verwijzing naar fase 2)
– Tussentijdse feedback door klasgenoten
– Tussentijdse feedback door docent