Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

12 mei 2011 ECENT-conferentie: Hersenwerk in onderwijs

Op 12 mei 2011 organiseerde ECENT weer een conferentie voor nascholers en opleiders. Dit jaar was de titel: Hersenwerk in onderwijs. Hieronder kunt u nog de aankondigingen met de inhoud van de openingslezing en de werkgroepen nalezen.


Openingslezing: Hersenwerk in onderwijs

Door: prof. Hilleke Hulshoff Pol, hoogleraar neurowetenschappen (UMCU)

In deze lezing zal Hulshoff Pol laten zien wat Magnetische Resonantie Imaging (MRI) ons leert over de veranderingen in hersenen in de puberteit en volwassenheid. Dat proces van hersenplasticiteit verloopt niet voor iedereen op dezelfde manier. Zowel genen als omgevingsinvloeden spelen hierin een rol. Ook wordt ingegaan op de vraag hoe plastische veranderingen in de hersenen samenhangen met leren en geheugen.

Werkgroepen:

Door: prof. Hilleke Hulshoff Pol, hoogleraar neurowetenschappen (UMCU) en prof. Harrie Eijkelhof, hoogleraar natuurkundedidactiek (FIsme)

Werkgroep en discussie naar aanleiding van de openingslezing. De vraag staat centraal welke aspecten van hersenonderzoek aandacht zouden moeten krijgen in de lerarenopleiding. Daarbij wordt o.a. gekeken naar de generieke kennisbasis van de tweedegraads lerarenopleiding waarin o.a. staat geschreven: “Een startbekwame docent moet in staat zijn om daarin [i.e. publicaties over werking van de hersenen] enigszins het kaf van het koren te onderscheiden.” Wat is kaf, wat is koren?

Door: Ton van der Valk, Junior College Utrecht

Het is gebruikelijk leraren in opleiding (lio’s) te scholen om zo les te geven dat alle leerlingen dezelfde eindtermen kunnen halen. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan leerlingen die moeite hebben met de leerstof. In de toekomst zal er naar verwachting veel meer aandacht zijn voor het stimuleren van ‘excellentie’. Dat betekent dat lio’s oog moeten krijgen voor verschillen tussen leerlingen en een verscheidenheid aan leerbehoeften. Hoe kunnen ze daarop voorbereid worden? Ton van der Valk geeft daarover een workshop vanuit zijn ervaringen met getalenteerde bètaleerlingen die het Junior College Utrecht bezoeken.

Door: Maarten Pieters, SLO

Vermoedelijk in 2013 zullen de nieuwe examenprogramma’s voor biologie, natuurkunde en scheikunde ingevoerd worden. Voor het zover is, moet er nog een hoop gebeuren. Er zal lesmateriaal ontwikkeld worden, docenten zullen hun inhoudelijke en didactische kennis bij de tijd brengen, vaksecties en schoolleidingen zullen afstemming binnen en tussen vakken onder de loep nemen. Lerarenopleiders kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Invoering van de nieuwe programma’s is een zaak waarin docenten, scholen, regionale steunpunten en landelijke
organisaties zullen samenwerken, de SLO zal die samenwerking coördineren. In deze werkgroep wordt u geïnformeerd over de jongste plannen, en bespreken we hoe de lerarenopleiders daar het best bij betrokken kunnen zijn.

Door: Jan van der Veen en Marieke Rinket, ELAN / Universiteit Twente
De lerarenopleidingen zijn veelal rond de traditionele schoolvakken georganiseerd. Op de scholen ziet het bètalandschap er ondertussen al heel anders uit: vakgrenzen vervagen in de onderbouw; de bovenbouw kent NLT en O&O. Ondertussen is Onderzoek & Ontwerpen op 60 middelbare scholen ingevoerd. Docenten van verschillende vakken geven daar samen vorm aan. Zij hebben daarvoor trainingen gevolgd en een technasium certificaat behaald. Op 3 februari 2011 is de ECENT-pilot “O&O aantekening” gestart.

Docenten in opleiding behalen zo al tijdens de opleiding het certificaat van het technasiumvak Onderzoek & Ontwerpen, handig als ze op een technasium school gaan werken. Deze ECENT-pilot wordt verzorgd door de lerarenopleidingen van de 3 TU en RUG in samenwerking met de Stichting Technasium. Het betreft dit jaar 16 studenten in opleiding voor de 1e en 2e graads bevoegdheden wiskunde, natuurkunde, scheikunde en informatica, zowel bovenbouw als onderbouw.

In de workshop komen aan bod:

  • inhoud en opbouw van de pilot
  • ervaringen van de eerste uitvoering
  • mogelijkheden om in 2011-2012 mee te doen
  • inbouw in de eigen lerarenopleidingen
  • visieontwikkeling

Werkvorm is half-half presentatie en discussie.

Door: Ad Mooldijk en Michiel Doorman, Primas
Hoe kunnen leerlingen op een onderzoekende manier een bètavak leren? Welk lesmateriaal is daarvoor geschikt en wat zijn de mogelijkheden ermee en de beperkingen ervan? Dat zijn centrale vragen in een aantal grote Europese projecten die onlangs gestart zijn. Een van de projecten – Primas – richt zich in het bijzonder op vaardigheden van docenten die nodig zijn om onderzoekend leren te realiseren. Op dit moment wordt lesmateriaal verzameld en materiaal voor (na)scholing van docenten. Een inspiratiebron vormt het Engelse materiaal Bowland Maths. Een collectie waarin video en lesbeschrijvingen een rol spelen. Thema’s voor scholingsbijeenkomsten zijn bijvoorbeeld: ‘omgaan met ongestructureerde problemen’, ‘vragen stellen’ en ‘groepswerk’.

Tijdens deze werkgroep bespreken we de collectie van Primas. Hierbij gaan we in op de bruikbaarheid van de materialen voor de Nederlandse situatie en de mogelijkheden om ze in te zetten. We verdiepen ons in het thema ‘vragen stellen’. Vele typen vragen kun je tijdens een les stellen. Hoe stimuleer je daarmee een onderzoekende houding? Hoe voorkom je afdwalen? Welke type vragen is wanneer belangrijk? We categoriseren typen vragen en leggen verband met het vormgeven van onderzoekend leren. We bekijken een les en gaan na in hoeverre we het lesplan kunnen aanpassen met deze kennis over vragen stellen.
Heb je dit al eens gezien?
Heb je dat al aan je buurvrouw gevraagd?
Wat vinden jullie van dat argument?
Wat kun je meten?
Hoe kun je het best je gegevens weergeven?
Welke methode was het best?
Wat is een goede vraag?
www.primas-project.eu

Door: Alice Veldkamp, FIsme Universiteit Utrecht / COLU

Het eindadvies van de Stuurgroep is aangeboden aan de minister. Daarin wordt het belang van NLT implementatie in de initiële lerarenopleiding genoemd. Enkele opleidingen zijn hier al mee bezig. De diversiteit is groot. Waarin komen ze overeen waarin verschillen ze? Waar lopen lerarenopleiders in praktijk tegen aan? In het rapport wordt gesproken ook gesproken over een competentieprofiel voor NLT-docenten. Hoe komt dat tot stand? Kan dit profiel helpen bij het vormgeven van onderwijs in de initiële lerarenopleiding? Welke rol heeft het LCP erin? Waarin kan ECENT lerarenopleiders ondersteunen? Al deze vragen komen in de werkgroep aan de orde. Doelen van de werkgroep zijn:

  • Informatie verwerven over de stand van zaken en de toekomst van NLT.
  • Uitwisseling tussen opleiders van ervaringen en materialen.
  • Inventarisatie van behoeften en mogelijkheden aangeven van ondersteuning door LCP en ECENT.

Door: Marco Nomes

Als onderdeel van het programma Werken aan Kwaliteit hebben de HBO-lerarenopleidingen voor alle vakken een gezamenlijke kennisbasis opgesteld. De kennisbasis beschrijft voor het vakgebied waarvoor deze is opgesteld de vak- en vakdidactische kennis die de startende leraar aan het einde van zijn of haar opleiding minimaal moet hebben om professioneel bekwaam en zelfstandig aan het werk te kunnen in het onderwijs. De kennisbases zijn door externe deskundigen uit het werkveld gelegitimeerd. De volgende stap is de implementatie van de kennisbasis in de verschillende curricula. Wat is er nodig om een landelijk gedragen kennisbasis te ontwikkelen en hoe zorg je ervoor dat die kennisbasis ook daadwerkelijk bij alle opleidingen geïmplementeerd wordt? Met behulp van ervaringen uit het “Werken aan kwaliteit” programma wil ik in deze workshop laten zien hoe complexe landelijke projecten dankzij draagvlak en betrokkenheid tot een succes kunnen worden gemaakt.

Door: Marieke Rinket, ELAN / Universiteit Twente

Steeds vaker gaan teams van leerlingen binnen schoolvakken aan de slag met uitdagende vraagstukken waarbij we hopen dat ze met nieuwe, creatieve oplossingen komen. Maar vaak zien we dat leerlingen helemaal niet meer zo creatief denken, gewend als ze inmiddels zijn aan het kennis reproduceren. Ze zoeken op internet, overleggen met teamgenoten, docent en brainstormen wel eens kort. Daarbij laten ze een heel scala aan denktechnieken liggen die unieke oplossingen kunnen bieden voor een probleem.

Om creatief denken bij leerlingen te stimuleren, starten we bij hun docenten. En leren we hén creatief denken, zodat zij het weer aan de leerlingen kunnen overdragen.
In deze workshop gaan we aan den lijve ondervinden wat dat kan zijn: die creatieve denktechnieken. Je gaat vooral veel zelf aan de slag en past een aantal creatieve denktechnieken toe. Deze technieken zijn geselecteerd op hun laagdrempeligheid en geschiktheid binnen de klas. Ook gebruiken we een aantal methoden om uiteindelijke keuzes voor bepaalde oplossingen te kunnen maken.
We eindigen de workshop met de techniek van het ‘konijn met pruimen’! Nieuwsgierig geworden?
De workshop Creatieve Denktechnieken wordt door Marieke Rinket als dagworkshop sinds twee jaar verzorgd voor technasiumdocenten die het vak Onderzoek & Ontwerpen geven. Met resultaat, want een groot aantal van deze docenten is vervolgens gemotiveerd aan de slag gegaan met één of meerdere creatieve technieken binnen de eigen school.
Deze werkgroep beslaat 2 werkgroepenronden (ronde 2 en ronde 3).

Door: Gerald van Dijk, Archimedes Instituut Hogeschool Utrecht

Leerlingen moeten voor de exacte vakken allerlei soorten teksten produceren, zoals een verslag bij een proefje of een beschrijving van een procedure.
Genredidactiek geeft de docent de middelen om de vakspecifieke en talige kenmerken van zulke teksten in beeld te krijgen. Leerlingen worden daarna expliciet onderwezen in het produceren van die vakteksten. In deze workshop maakt u kennis met deze didactiek, waarna u de mogelijkheden voor uw eigen onderwijs in beeld brengt.

Door: Jan Jaap Wietsema, Universiteit Twente / ELAN / Bètasteunpunt Oost / Docent NLT, biologie, ANW

Wetenschappers krijgen steeds beter zicht op alle mysterieuze processen die zich in de grijze hersenmassa in ons hoofd afspelen. Met name door technieken die plaatjes van het brein maken, en tegelijk laten zien op welke plekken het brein actief is. Hierdoor wordt duidelijk welke gebieden bij welke taak betrokken zijn. Het brein is tot een leeftijd van 21 jaar volop in ontwikkeling, en verandert ook bij volwassenen nog steeds. Onderzoek heeft duidelijk gemaakt dat leerprocessen beter verlopen als leerlingen en docenten inzicht hebben in de werking van hun brein. Breinkennis is daarom van grote betekenis voor effectief onderwijs.
Deze werkgroep kan helpen de kloof in breinkennis tussen onderzoek en onderwijspraktijk een beetje kleiner te maken. Vanuit mijn opleiding als neurowetenschapper en ervaring met het onderwerp Hersenen en Leren bij het vak NLT wil ik bijdragen aan het vergroten van uw breinkennis. Hiermee hoop ik zicht te geven op de mogelijkheden die dit vak biedt voor de verbinding tussen onderzoek, hoger- en voortgezet onderwijs.

Door: Marco Nomes

De tweedegraads lerarenopleidingen die in het studiejaar 2010-2011 gestart zijn met de implementatie van de kennisbases in het curriculum, zijn in 2010 eveneens begonnen met de gezamenlijke ontwikkeling van toetsitems. De lerarenopleidingen zijn overeengekomen voor elke kennisbasis een landelijke toetsitembank te ontwikkelen, met als doel een verplichte landelijke kennistoets voor elke student aan het einde van de opleiding. Betrokken docenten van de van de tweedegraads lerarenopleidingen werken in het hele land met veel elan aan landelijke toetsen. Omdat het om high stakes toetsen gaat worden er hoge eisen gesteld aan toetsitems, toetsreceptuur en cesuurstelling. In het ontwikkeltraject wordt dan ook ingezet op professionalisering van docententeams door externe toetsdeskundigen en lectoren.
Gekozen voor landelijke digitale toetsing en dan? In deze workshop laat ik zien wat er allemaal komt kijken bij die keuze en welke gevolgen een dergelijke keuze heeft.

ELWIeR en Ecent als één STEM