Sociaal werk en gecijferdheid
| VE |
 |
Sociaal werk en gecijferdheid
Project in 2024 (HU, UU, ECBO) In opdracht van het expertisepunt basisvaardigheden
|
Aanleiding
Dit onderzoek gaat over sociaal werk en basisvaardigheden, waarbij gecijferdheid, het vaardig kunnen omgaan met de kwantitatieve kant van de wereld, als basisvaardigheid, centraal staat. Sociaal werkers komen in hun werksituatie regelmatig problemen tegen bij de cliënten die zij ondersteunen, die te maken kunnen hebben met een gebrekkige mate van gecijferdheid.
Deze problemen hebben vaak te maken met het niet begrijpen van informatie van de overheid en andere instanties, waarin getallen, diagrammen en schema’s een belangrijke rol spelen. Maar ook bij alledaagse taken zoals met het OV reizen, koken, boodschappen doen et cetera. Dit uit zich bijvoorbeeld in financiële problemen, maar ook in het mislopen van kansen op toeslagen of werk en in gezondheidsproblemen. Sociaal werkers moeten zelf voldoende gecijferd zijn én problemen kunnen herkennen die te maken hebben met gecijferdheid om anderen hierbij te kunnen begeleiden. De vraag is waar ze dat leren.
Hoofdvraag
In hoeverre wordt in de opleidingen tot sociaal werker aandacht besteed aan de ontwikkeling van de eigen gecijferdheid van de student en aan (het vergroten van)
kennis over laaggecijferdheid én hoe staat het met de competenties op dit gebied bij sociaal werkers in de praktijk?
Doelgroep en methode
De primaire doelgroep van dit onderzoek zijn de professionals op het gebied van sociaal werk. Hieronder verstaan we de beroepsgroep zelf, maar ook de opleiders van deze doelgroep en hun studenten. In een documentanalyse van beroepsprofielen en het beoogd curriculum is in kaart gebracht of en waar in de mbo- en hbo-opleidingen sociaal werk aandacht is voor de vier aspecten van gecijferdheid: context, kennis in vaardigheden, hogere orde vaardigheden en houding. Er zijn vragenlijsten uitgezet bij studenten over gecijferdheid in hun dagelijks leven, opleiding en werk. Tenslotte zijn enkele interviews gehouden met (werkende) studenten om die resultaten te verdiepen.
Conclusie
In de opleidingen sociaal werk is weinig tot geen aandacht voor gecijferdheid. Studenten geven aan het belangrijk te vinden dat er in de opleiding (meer) aandacht komt voor omgaan met (problemen met) gecijferdheid omdat zij die in de praktijk regelmatig tegenkomen. De beroepsprofielen en de ‘werkpraktijk’ bieden hiervoor voldoende aanknopingspunten. In dit onderzoek zijn ter inspiratie een aantal voorbeeldactiviteiten voor de opleidingen uitgewerkt.
Verwijzingen
