Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Kwaliteitskaarten School aan Zet

Het programma School aan Zet is per juli 2016 gestopt. Bijna 4.000 scholen van 700 besturen in het speciaal, primair en voortgezet onderwijs hebben aan het programma deelgenomen om zich te ontwikkelen tot lerende organisaties.

Het doel was om scholen te leren zich te ontwikkelen naar professionele lerende organisaties: onderwijsorganisaties die zichzelf continu willen verbeteren door van en met elkaar te leren en zo het onderwijs elke dag een beetje beter maken. School aan Zet heeft scholen hierin ondersteund door gesprekken, praktische tools en voorbeelden.

De kwaliteitskaarten zijn een uitgave van School aan Zet, 2011-2016. Hieronder staan negen kaarten die gerelateerd zijn aan reken-wiskundeonderwijs.

Diagnostische gesprekjes in het reken-wiskundeonderwijs Deze tips gaan over de kleine diagnostische gesprekken, die een leraar tijdens of na de rekenles uitvoert. Bijvoorbeeld na de Citotoets, de rekentoets uit de methode of na het nakijken van rekenwerk waar een leerling een opvallend resultaat of aanpak laat zien. Het doel is om erachter te komen hoe de leerling rekent, denkt en handelt. Het gesprek met de leerling levert informatie op voor het benoemen van de onderwijsbehoeften van de leerling. Een diagnostisch gesprek kan gevoerd worden met een individueel kind of met een groepje kinderen, in een aparte ruimte of tijdens het zelfstandig werken aan de instructietafel.
Effectief met goede rekenaars Groepsinstructie is voor alle leerlingen belangrijk. Voor de goede rekenaars maakt u een weloverwogen keuze wanneer ze participeren in de groepsinstructie en wanneer niet. Door gericht naar deze leerlingen te kijken, met hen te reflecteren en bewuste keuzes te maken in het aanbod, blijft de rekenles ook voor deze leerlingen leuk en uitdagend. Goede rekenaars hebben regelmatig tijd en aandacht van de leerkracht nodig.
OGW op schoolniveau en groepsniveau Scholen die opbrengstgericht werken, benutten beschikbare data voor het verbeteren van hun onderwijs. Concreet betekent dit dat scholen gegevens
verzamelen en gericht gebruiken om leerlingenresultaten te verbeteren. Meten van leerlingresultaten, analyse ervan en aanpassingen van het onderwijs naar aanleiding van de analyse van resultaten is een cyclisch proces. Cyclisch werken betekent dat steeds opnieuw bepaald wordt aan welke verbetering
gewerkt wordt en welke concrete resultaten men wil bereiken. Dit proces kan ondersteund worden door gebruik te maken van de PDCA-cyclus (Plan Do,
Check Act) van Deming (1986)1. De PDCA-cyclus is bij de meeste scholen bekend in het kader van kwaliteitszorg. Het model bestaat uit vier stappen: Plan – Do – Check – Act.
Rol intern begeleider en rekencoördinator De intern begeleider, taalcoördinator en rekencoördinator hebben specifieke taken binnen de school. Historisch gezien zijn de functies op verschillende wijzen ontstaan. De intern begeleider deed haar intrede in de school met als doel zorgverbreding en zorgbeleid te coördineren. De taalcoördinator en de rekencoördinator kregen vooral taken bij het vormgeven van respectievelijk het taalbeleid en het rekenbeleid in de school.
In de uitvoering van taken in de praktijk zijn veel overeenkomsten.
Stepping stones voor opbrengstgericht
leidinggeven
Opbrengstgerichte schoolleiders kenmerken zich door een sterke gerichtheid op het verbeteren van de leerlingresultaten, van de instructie en van het leren van de leerlingen.
Opbrengstgericht werken vraagt van de schoolleider dat hij leiding geeft aan systematisch onderzoek van de onderwijspraktijk in de school en de wenselijke verbeteringen daarin. Systematisch betekent dat aan de hand van de resultaten van leerlingen een aantal vaste stappen wordt genomen met het
team. Deze kwaliteitskaart bevat de stepping stones voor opbrengstgericht leiding geven. Schoolverbetering en groepsplanning gaan daarbij hand in hand.
Breuken groep 6, 7, 8 Acht tips voor het verwerven van inzicht bij breuken
Durf te kiezen in doelen voor zwakke rekenaars In iedere klas en op elke school zijn leerlingen te vinden voor wie het halen van rekendoelen lastig is. Het kan gaan om leerlingen die snel afgeleid zijn door interne of externe prikkels en daardoor een groot deel van de instructie missen. Het kunnen ook leerlingen zijn die over de hele linie zwak zijn en dus ook in rekenen. Of leerlingen die flink bezig zijn geweest met het oefenen van de tafels, maar na een vakantie alles weer zijn vergeten.
Deze kwaliteitskaart behandelt de vraag wat we kunnen doen om deze groep leerlingen te helpen. Specifiek gaan we in op leerlingen die referentieniveau 1F (fundamentele doelen voor 12-jarige leeftijd) voor rekenen niet dreigen te halen.
Procenten groep 7 en 8 Vijf tips voor het verwerven van inzicht bij procenten
Rekenbeleid op school Tien tips

ELWIeR en Ecent als één STEM