Conferentie 2020
Vrijdag 15 mei werd de online ECENT-ELWIeR conferentie voor lerarenopleiders wiskunde/rekenen en natuurwetenschappen/techniek georganiseerd.
Oceanograaf en klimaatwetenschapper Erik van Sebille verzorgde de openingslezing over het modelleren van de stromingen in de oceaan. Hij ging in op de vraag ‘waar eindigt al ons plastic afval?’. Na de openingslezing volgde een reflectie hierop door lerarenopleiders. Daarna was er een werkgroepronde waarin actuele thema’s in de lerarenopleidingen online worden belicht vanuit rekenen/wiskunde en natuurwetenschappen/techniek.
NB
Het was natuurlijk ook een gokje, om ineens de hele conferentie online uit te voeren (in Zoom). Vooraf besloten we daarom om slechts 1 ronde werkgroepen te houden, en ook de sessies in te korten. We hebben er geen spijt van. De evaluatie laat zien dat men gewoon tevreden was met deze conferentie (“het hadden ook wel twee rondes met werkgroepen mogen zijn”). We gaan kijken hoe we het volgend jaar gaan organiseren.
Programma
10:00 – 10:40 | Opening Openingslezing door Erik van Sebille – De natuur- en wiskunde van oceaanstromingen: waar eindigt al ons plastic afval? (Powerpoint). |
10:40 – 11:00 | Reflectie op de openingslezing |
11:10 – 12:10 | Ronde werkgroepen |
12:15 – 12:45 | Afsluiting |
Online werkgroepen
In de bijeenkomsten van rekenen-wiskunde op de pabo zijn wij voortdurend bezig de professionele gecijferdheid van onze studenten te ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is de opdracht voor de eerstejaars studenten: ‘rekenen op de rand van de krant’. In deze opdracht moeten de studenten bij een mediabericht een open wiskundig probleem bedenken voor basisschoolleerlingen.
In de bijeenkomsten hebben we de studenten ondersteund door ze van feedback te voorzien over de openheid in hun geformuleerde problemen. Achteraf zijn de door de studenten geformuleerde problemen ingeschaald op drie aspecten: openheid, complexiteit en logica vanuit de context, door lerarenopleiders en studenten zelf. Hieruit kwam naar voren dat de studenten hun vragen meer open en complex inschalen. In deze workshop laten we zien hoe we studenten hebben begeleid bij het maken van deze opdracht, bekijken we het werk van de studenten en bespreken we de resultaten van onze analyse.
Download (pdf): Open Online Wiskundedidactiek |
Derk Pik (UvA), Monica Wijers (FI, UU) en Theo van den Bogaart (Hogeschool Utrecht) (2eg wis) |
Op de website van het Freudenthal instituut (www.freudenthal.nl) is veel lesmateriaal beschikbaar. Dit lesmateriaal kan ook gebruikt worden in de lerarenopleiding wiskunde. In het project open online wiskundedidactiek worden lesmaterialen met authentiek leerlingenmateriaal voorzien van een didactische schil. Daarmee wordend deze materialen bruikbaar in de lerarenopleiding. Inmiddels zijn er een aantal voorbeelduitwerkingen in concept beschikbaar, deze gaan over breuken, matchingsopgaven, de wiskunde Alympiade, de onderbouwwiskunde dag (vissen en erwten), wiskunde in beroepen, verhoudingen, negatieve getallen, taal in wiskunde. In deze werkgroep gaan we aan de slag met twee voorbeelden en bespreken we de bruikbaarheid daarvan voor de lerarenopleidingen.
Zie ook de pagina Open Online Wiskundedidactiek (project-informatie). |
2eg wis |
Ronald Keijzer (Hogeschool iPabo) en Michiel Veldhuis (Hogeschool iPabo en NVORWO) |
De NVORWO (Nederlandse Vereniging ter Ontwikkeling van het RekenWiskundeOnderwijs) wil onderzoek stimuleren dat de kwaliteit van het reken-wiskundeonderwijs ten goede komt. Daartoe is een opdracht uitgezet om een onderzoeksagenda samen te stellen. In deze werkgroep laten we zien hoe verschillende doelgroepen betrokken zijn om bij te dragen aan de onderzoeksagenda. We laten ook zien tot welke onderzoeksagenda dit geleid heeft.
In de werkgroep gaan we na welke onderzoeksvragen en thema’s uit de onderzoeksagenda op het pad van de lerarenopleiding liggen en hoe hieraan gewerkt kan worden. Omdat het daarbij ook om vragen en thema’s gaat die het reken-wiskundeonderwijs overstijgen, nodigen we lerarenopleiders van alle STEM-vakken expliciet uit om aan te sluiten. |
1eg sci |
Elise Quant (TU/e), Jony Heerink (Universiteit Twente) en Jeanna de Haan (TU Delft) |
Sinds iets meer dan 5 jaar bieden de 3TU lerarenopleidingen een nieuwe variant aan, namelijk de variant ‘Ontwerpen’. Een mooi moment om de balans op te maken! Deze variant van de eerstegraads lerarenopleiding leidt op tot een eerstegraadsbevoegdheid voor O&O en NLT plus een onderbouwbevoegdheid voor een ander vak, bijv. wiskunde of natuurkunde. We gaan in op de doelen van de opleiding, de doelgroep, de inhoud van het traject & de samenwerking met de Stichting Technasium en 3TU verband. Ook zullen we delen hoe het onze alumni tot nu toe vergaat. Tot slot willen we met de deelnemers in gesprek over een aantal dilemma’s rond dit traject. |
pabo wis | sci |
Rosanne Hebing (Iselinge Hogeschool) |
De grondige herziening van het curriculum voor het primair en voortgezet onderwijs door Curriculum.nu geeft blijk van een veranderend onderwijslandschap, waarin ‘oude bekenden’ als het gaat om de kennis en vaardigheden van leerlingen worden aangevuld met ‘nieuwkomers’ op het gebied van digitale geletterdheid en burgerschap. Eén van deze nieuwkomers is computational thinking (CT). CT leert kinderen stapsgewijs – algoritmisch – denken en met behulp van technologie op creatieve wijze problemen oplossen. Hoewel CT een plaats heeft gekregen in de bouwstenen van het nieuwe curriculum voor PO en VO, wint CT in het pabocurriculum maar mondjesmaat terrein en is de verankering van CT in de kennisbasis voor de pabo minimaal. Hierdoor worden aanstaande leerkrachten mogelijk onvoldoende voorbereid op het toepassen van CT in hun onderwijspraktijk. Het is daarom van belang dat onderzoek een brug slaat tussen de veranderende beroepspraktijk van basisschoolleerkrachten en het pabocurriculum.
In deze werkgroep worden de eerste resultaten gedeeld van onderzoek naar de plek van CT in verschillende pabocurricula en de eigen kennis en vaardigheden, didactische vaardigheid en houding die aanstaande leerkrachten en hun docenten nodig hebben om vorm te geven aan CT in hun eigen onderwijspraktijk. Aansluitend gaan we met elkaar in gesprek over hoe we aanstaande leerkrachten kunnen toerusten om CT te onderwijzen. Zie ook de ELWIeR informatie-pagina over Computational thinking en de |
2eg wis |
Lambrecht Spijkerboer (NCOI), Tom Goris (Fontys Tilburg) en Wim Steenbakker (student Fontys) |
De quality class bestaat uit een 10-daags programma waarbij wiskunde-studenten van verschillende landen die in de eindfase van hun studie tot wiskundeleraar zitten, samen komen. Gestart wordt met drie dagen workshops geven aan elkaar waarna gezamenlijk een internationale conferentie over wiskundeonderwijs wordt bezocht. Ook tijdens de conferentie zijn er aparte sessies voor de quality class studenten voor reflectie en evaluatie. Na afloop worden de workshops met de studenten apart nabesproken. Dat is veelal een intensieve leerervaring, waarbij inhoudelijke discussies, maar vooral ook didactische keuzes aan de orde zijn. Studenten reflecteren op hun opleiding als geheel en leren hun eigen opvattingen over het leren van wiskunde, hun didactische competenties en vooral ook sociale vaardigheden goed kennen omdat zij zich geplaatst zien in een breder perspectief met andere referentiepunten dan zij gewend waren in hun nationale situatie. Het uitwisselen en discussiëren over wiskundeonderwijs gaat dag in dag uit door; de betrokkenheid is enorm en het leeraffect daarmee ook. Ieder jaar wordt er een nieuwe groep studenten samengesteld. Voorafgaande aan de feitelijke ontmoeting in de zomer wordt in groepjes van 2 á 4 studenten van de deelnemende landen een workshop voorbereid, begeleid door de eigen lerarenopleiding of universiteit. De vragen die in deze workshop aan de orde komen zijn:
Uiteraard wordt er tenslotte informatie gegeven over de editie Quality Class 2020 in Gdansk (Polen) Informatie is vooraf op te vragen bij Lambrecht Spijkerboer: STA@Lambrechtspijkerboer.nl |
Download (pdf): Onderzoekend wiskunde leren |
Rogier Bos, Joke Daemen, Michiel Doorman en Amy Mol (FI, UU) (1eg | 2eg wis) |
Als je iets zelf ontdekt, dan begrijp je het. Zelf onderzoeken en ontdekken is leuk, je hebt een gevoel van eigenaarschap over je ontdekking en je begrijpt beter wat de mogelijkheden en beperkingen van alternatieve aanpakken zijn. Bovendien is het goed om met elkaar op onderzoek te gaan en je vondsten te delen. Dit maakt het wiskundeonderwijs interessant!
We weten dat opdrachten in de methoden het oplossingsproces voor leerlingen structureren en daarmee het eigen onderzoek van leerlingen beperken. Die structuur kun je uit de opdracht halen, maar dat betekent ook dat je goed moet nadenken over de structuur in de les. Hoe doe je dat? Zeker voor beginnende leraren is het lastig deze structuur los te laten, de methode geeft hen immers houvast en overzicht. Bovendien worstelen ze met de vraag wat de leeropbrengst is en of het past binnen het curriculum. In deze workshop laten we zien hoe een docent onderzoekend leren kan inzetten in de onderwijspraktijk en hoe je dit in de lerarenopleiding bespreekbaar kunt maken. Vanuit het theoretische kader van TDS (Theory of Didactic Situations) wordt een lesfasering geïntroduceerd waarmee leerlingen meer ruimte krijgen voor eigen onderzoek en ontdekking, terwijl het leerdoel voor de hele klas gewaarborgd blijft. Hierbij maakt u bovendien kennis met de scholingsactiviteiten die ontwikkeld zijn in het Meria-project: https://meria-project.eu/activities-results/meria-workshop-guide. |
pabo wis |
Petra Hendrikse en Jeffrey van Welsen (KPZ) |
Ja, de kennisbasis is de basis en ja er moet nog iets bij….., namelijk de verdieping op de basis voor de talentvolle wiskundige. Pabostudenten met een reken-wiskundetalent worden op dit moment in hun studie onvoldoende uitgedaagd. In een gehonoreerd Comenius project wordt onderwijs(materiaal) ontwikkeld voor de talentvolle reken-wiskunde pabostudent. Het gaat hierbij om zowel opdrachten als instructievideo’s. Wij willen onderwijsaanbod voor de talentvolle reken-wiskundestudent ontwikkelen dat dezelfde wiskundige kerninzichten centraal heeft staan als het reguliere aanbod, maar dat toewerkt naar een hoger wiskundeniveau. Het deelgebied daarbij is meten/meetkunde. De vragen die daarbij rijzen, zijn:
In deze workshop geven wij onze voorlopige antwoorden op deze vragen. We illustreren onze antwoorden aan de hand van ontwikkeld materiaal voor de module meten/meetkunde. Het gaat hierbij om zowel de opdrachten als de instructievideo’s, die zijn ontwikkeld in het project. De deelnemers aan de workshop worden uitgedaagd hun eigen antwoord te formuleren en ook dit antwoord toe te lichten aan de hand van het geïllustreerde materiaal. We hopen uiteindelijk tot een visie te komen tot hoe het talent van de sterke rekenaar/wiskundige tot ontplooiing kan worden gebracht, zodat leerlingen gaan profiteren.
|
pabo | 2eg sci |
Jeroen Sijbers (SLO) en Martin Vos (Fontys) |
In 2018 en 2019 hebben teams van leraren en schoolleiders nagedacht over het nieuwe curriculum voor po en vo: het traject curriculum.nu. Wat betekenen deze ontwikkelingen voor de lerarenopleidingen? We zullen in gaan op de inhoud van het liggende voorstel en planning van het mogelijke vervolgtraject, inclusief de rol van lerarenopleiders daarin en de impact van het traject voor lerarenopleidingen. U gaat naar huis met een interactieve werkvorm die u kunt toepassen binnen uw lerarenopleiding. |
2eg sci |
Gerald van Dijk (Hogeschool Utrecht, Marijn van Nijhuis (Hogeschool Utrecht) en Docenten van het Globe College Utrecht |
In de theoretische leerweg van het vmbo wordt op steeds meer scholen het vak Technologie en Toepassing aangeboden. Leerlingen ontwerpen in dit vak oplossingen voor echte problemen, voor opdrachtgevers van buiten de school. Een voorbeeld van een opdracht is: Ontwerp een oplossing voor wateroverlast bij hoosbuien in je eigen wijk.
Op het Globe College in Utrecht wordt flankerend onderzoek uitgevoerd naar de invoering van dit nieuwe vak. Daarbij wordt ook gelet op de aansluiting tussen dit vak en de natuurwetenschappelijke vakken. In deze werkgroep worden tussentijdse bevindingen uit dit onderzoek, en de implicaties daarvan voor lerarenopleidingen, besproken. |
wis |
Ria Brandt-Bosman en Victor Schmidt (SLO) |
In het kader van doelgericht werken heeft de vaksectie wiskunde op een school in het oosten van het land in opdracht van de schoolleiding leerdoelen geformuleerd voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Voor elk onderwerp (lees: hoofdstuk uit de lesmethode) kwam de vaksectie tot tien tot vijftien leerdoelen die alle leerlingen elk zouden moeten beheersen. Bij nadere beschouwing bleken de leerdoelen nagenoeg één-op-één te corresponderen met theorieblokken of opgaven uit de methode. Op verzoek van de school heeft SLO de leerdoelen van de vaksectie anders geordend, gebundeld en in sommige gevallen tot succescriterium gemaakt. Een succescriterium beschrijft hoe goed een leerling een bepaald leerdoel moet beheersen.
In deze workshop willen we met de deelnemers aan de hand van een voorbeeld uit de meetkunde (herkennen, benoemen, beschrijven en tekenen van meetkundige figuren en uitslagen van ruimtelijke figuren) ingaan op leerdoelen, succescriteria en de handvatten die met name succescriteria bieden om aanbod van lesstof aan leerlingen te differentiëren en (het gevoel van) overladenheid in het wiskundecurriculum terug te brengen. |
1eg | 2eg sci |
Marion van Brederode (Stedelijk Gymnasium Haarlem) |
Het ontwikkelen van het kritisch denken bij studenten wordt vaak gezien als een belangrijk onderwijsdoel voor onderzoeksopdrachten. De afgelopen twee schooljaren hebben we onderzocht hoe voorbereidende activiteiten bij een practicumopdracht het kritisch denken van leerlingen tijdens de uitvoering van de practicumopdracht beïnvloeden. We hebben deze studie twee jaar achter elkaar uitgevoerd in 4 parallelle vwo-6 scheikundegroepen.
Bij de eerste instructievorm, die ook vaak in lesmodules is terug te vinden, worden studenten voor- en tijdens het experiment begeleid door het beantwoorden van practicumvragen. Wij hebben deze instructievorm, “paved road” instructies genoemd, aangezien de studenten langs een voor hen uitgedacht onderzoekspad worden geleid. Deze instructiestijl is vergeleken met een instructiestijl die specifiek ontwikkeld is om het kritisch denken bij leerlingen te bevorderen1. In deze kritisch denken instructievorm maken de studenten eerst hun eigen experimenteerplan en worden ze vervolgens uitgedaagd om vergelijkingen te maken en beslissingen te nemen over hun metingen en gebruikte modellen. Bij de analyse van het kritisch denken van de leerlingen hebben we ons gericht op de wens om begrijpen wat wordt waargenomen en de neiging om een methode of model tegen het licht te houden als wordt waargenomen dat een model en meetgegevens niet overeenkomen. Ook hebben we gekeken naar de zelfperceptie van de leerlingen over hun kritisch denken tijdens de opdracht. Tijdens deze workshop wordt een overzicht gegeven van verschillende voorbereidende practicumactiviteiten zoals in wetenschappelijke literatuur beschreven en worden de resultaten van deze studie gepresenteerd en bediscussieerd. Examining the effect of lab instructions on students’ critical thinking during a chemical inquiry practical. Marion E. van Brederode, Sebastiaan A. Zoon, Martijn Meeter. Submitted to Chemical Education Research and Practice. 1. Holmes, N. G.; Wieman, C. E.; Bonn, D. A., Teaching critical thinking. Proceedings of the National Academy of Sciences of the United States of America 2015, 112 (36), 11199-11204. |
Samenwerkingspartners conferentie
- Lerarenopleidingen wiskunde en science 1e graads, 2e graads en pabo
- Vakverenigingen NVON, NVvW en NVORWO
- SLO en Cito
- Adef en Lobo
Verwijzingen