Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Kunnen kinderen leren kijken als een ontwerper?

Je kunt veel leren van hoe een schilder naar een landschap kijkt, omdat hij een apart perspectief op de omgeving heeft. Een bodemkundige heeft weer een ander perspectief op hetzelfde landschap waar je ook veel van kunt leren. Perpectieven, manieren van kijken en onderzoeken die experts hanteren, zijn dus aan te leren. In dit proefschrift is onderzocht of leerlingen basisonderwijs zo’n perspectief kunnen verwerven. De achtergrondgedachte daarbij is dat leerlingen daardoor beter in staat zijn vragen over hun omgeving te formuleren en te onderzoeken. Het perspectief dat hiervoor gekozen is, is het perspectief van vorm en functie. Dat is voor natuuronderwijs extra interessant omdat dit zowel door biologen als door technisch ontwerpers wordt gebruikt.

Het proefschrift bevat materiaal waarmee in de basisschool gewerkt kan worden, maar grote delen zijn zowel vakinhoudelijk als didactisch ook inzetbaar in het voortgezet onderwijs.

Didactisch:

Het proefschrift bevat werkbladen die gebruikt kunnen worden bij opdrachten waarin de vormfunctierelatie wordt onderzocht bij zowel biologie als techniek. Onderzoek kan zowel starten bij een gegeven vorm (alles wat een structuur heeft, dus ook bijvoorbeeld vogelzang) en via hulpvragen zoeken naar een functie, als starten bij een functie en via hulpvragen zoeken naar een structuur (bijv.’dit dier lijkt zich helemaal niet te kunnen verdedigen. Hoe overleeft hij dan toch in de natuur?’). Zelfs op moleculair en cellulair niveau kunnen vorm-functierelaties worden bestudeerd bijv. in de structuur van DNA of de vraag waarom een celkern zoveel beter zou zijn als er ook organismen zijn die het zonder kunnen. De functie van het schema is dat het gerichte vragen oproept.

Vakinhoudelijk:

Het proefschrift bevat een historisch overzicht van de ontwikkeling van het vorm-functiedenken, uitvoerige uitwerkingen van de begrippen vorm, functie en aanpassing en veel voorbeelden waarin vormfunctiedenken is toegepast in uiteenlopende gebieden als ethologie, moleculaire biologie en paleontologie, alsmede in het technisch ontwerpen.

Een docentenopleider vindt in dit proefschrift een uitwerking van een van de specifieke manieren van biologisch denken. De vraag wat biologie eigenlijk is, en wat biologen doen kan beantwoord worden via perspectieven; de manieren waarop biologen kijken en vragen genereren. Er worden voorbeelden gegeven van andere perspectieven en het begrip perspectief wordt grondig uitgewerkt, evenals natuurlijk het vormfunctieperspectief zelf. Op de pabo kan daarmee aan studenten duidelijk worden gemaakt wat voor soort vragen aan de natuur gesteld kunnen worden vanuit verschillende perspectieven en hoe leerlingen geholpen kunnen worden om zelf vragen te stellen en aan te pakken. Voor docentenopleiders voor het voortgezet onderwijs biedt het proefschrift een degelijke input voor lessen over wat vorm-functiedenken is, en over lastige begrippen zoals aanpassing en doelgerichtheid.

Bedenk een opdracht voor leerlingen waarbij je
a.uitgaat van een (deels) bekende vorm waar een functie bij gezocht moet worden
b.uitgaat van een (deels) bekende functie waar je een vorm bij gezocht moet worden

Een analyse van het vorm-functieperspectief is samengevat in een model. Een metacognitief instrument om leerlingen te helpen te kijken, denken en handelen als een ontwerper:

Boerwinkel D.J. (2003) Leren kijken door een ontwerpersbril. Het vorm-functieperspectief als leerdoel van natuuronderwijs. Utrecht: CD-beta Press.

 

Gerelateerde artikelen

ELWIeR en Ecent als één STEM