Standaard basisvaardigheden – in gesprek met de inspectie
| PO | VO |
![]() |
De onderwijsinspectie kijkt sinds ongeveer 2023 met extra aandacht naar ‘basisvaardigheden’, met een aparte standaard in de onderzoekskaders (OP0).
Berichten inspectie |
Wat wil de inspectie?
Bericht Juli 2025.
- De geactualiseerde kaders zijn van kracht per 1 augustus 2025
- Ook het Advieskader nieuwe scholen is per 1 augustus 2025 bijgesteld
Specifiek w.b. beoordeling standaard basisvaardigheden (overgenomen uit een linkedin bericht van Matthijs van den Berg, 17-7-2025, directeur kennis, inspectie):
- Vanaf 1 augustus 2025 beoordeelt de Inspectie de standaard Basisvaardigheden (OP0) bij de kwaliteitsonderzoeken in po,vo,mbo. Tot nu toe beschreef de inspectie alleen de bevindingen in het rapport en gaf ze indien nodig een of meerdere herstelopdrachten als ze tekortkomingen zag.
- Met de standaard beoordeelt de inspectie of de school, afdeling in het voortgezet onderwijs of mbo-opleiding een doelgericht en samenhangend curriculum voor de basisvaardigheden heeft. Ze vraagt de scholen welke keuzes ze maken in het geplande curriculum, afgestemd op hun leerlingen- of studentenpopulatie. Daarnaast kijkt de inspectie of die keuzes ook terug te zien zijn in de onderwijspraktijk (het uitgevoerde curriculum).
- De inspectie onderzoekt de standaard bij ieder kwaliteitsonderzoek, dus zowel bij steekproefonderzoeken als onderzoeken naar aanleiding van risico. Ze beoordeelt de standaard als Onvoldoende als het curriculum in 2 of 3 van de basisvaardigheden onvoldoende blijkt te zijn. Als het curriculum in 1 van de 3 basisvaardigheden onvoldoende is, geeft de inspectie wel een herstelopdracht, maar beoordeelt ze niet de hele standaard als Onvoldoende.
Commentaar (ELWIeR/Ecent) m.b.t. basisvaardigheden
Sinds januari 2025 (zie hieronder) zijn we met enkele vakexperts op bezoek geweest bij de inspectie, en spraken we o.a. over de werking van OP0 (basisvaardigheden)
- De ‘mix’ van kerndoelen en referentieniveaus moet goed gekozen worden als het gaat om ‘extra aandacht voor basisvaardigheden’ in de onderwijspraktijk, en de bril die daarbij gedefinieerd wordt. Nu lijkt er in diverse discussies een tendens te ontstaan om ‘basisvaardigheden’ (en dan specifiek gedefinieerd als lagere-orde vaardigheden, optellen-aftrekken-vermenigvuldigen-delen) te beoordelen langs de lat van het (nog bij te stellen) referentiekader rekenen, en om bij de kerndoelen te zoeken naar andere beoordelingen. Dit is een slechte tendens, waarbij de totale set van noodzakelijke vaardigheden (bijv. voor rekenen/wiskunde, maar ook voor mens/natuur, etc.) op een onnatuurlijke wijze uit elkaar getrokken wordt.
- Bovendien: die interpretatie van basisvaardigen (als alleen maar lagere-orde-vaardigheden) is niet correct. Zie o.a. het rapport ‘Blik op de basis’ (2024) waarin duidelijk wordt dat er internationaal gezien een ruimere/bredere definitie wordt gekozen voor ‘basisvaardigheden’, keuzes die ook doorwerken in internationaal vergelijkende onderzoeken als Pisa, TIMSS, e.d.
- Een nieuwe doordenking is nodig w.b. basisvaardigheden als het gaat om het combineren van kerndoelen (uit bijv. r/w, taal, dig.gel. en burgerschap). Het te rigide uiteensplitsen van die (deel)vaardigheden en daar het toezicht vanuit de inspectie te ‘geisoleerd’ uitvoeren zal leiden tot een verschraling van het curriculum.
We zijn blij dat de inspectie graag met de diverse spelers (waaronder lerarenopleiders en vakexperts) in discussie is/blijft over de uitwerking van bijv. het aparte onderzoekskader OP0, en gerelateerde discussies.
Aanpak inspectie
In een position paper van de inspectie (januari 2025) wordt deze aanpak nog eens onderstreept:
“Daarom leggen we er sinds 2023 extra focus op met een aparte onderzoeksstandaard. In deze nieuwe standaard Basisvaardigheden (OP0) kijken
we naar het curriculum voor Nederlandse taal, rekenen-wiskunde en burgerschap. Het gaat erom dat op school bewuste keuzes gemaakt worden in het plannen en
uitvoeren van het curriculum over de basisvaardigheden. Vervolgens kijken we of we dit terugzien in de klas. Deze standaard vraagt om grondig onderzoek en leidt ook op veel scholen tot herstelopdrachten.”
In de standaard voor primair onderwijs staat het volgende:
“Voor Nederlandse taal en rekenen-wiskunde is de inhoud van het curriculum ten minste dekkend voor de kerndoelen en werkt het toe naar de referentieniveaus. Het curriculum kent een logisch doorlopende opbouw van doelen en bereidt leerlingen voor op de volgende leerjaren, het vervolgonderwijs en de samenleving. De uitvoering van het curriculum is herkenbaar in de onderwijspraktijk.”
Opmerking vanuit de opleidingen wiskunde/natuurwetenschappen
We nodigen (vanuit ELWIeR/Ecent) inspectie en inspecteurs uit met scholen en opleidingen/opleiders in discussie te gaan hoe de ‘mix’ van kerndoelen, referentieniveaus, en ‘extra aandacht voor basisvaardigheden’ beoordeeld kan worden in de onderwijspraktijk.
De bril waar doorheen gekeken wordt om een beoordeling uit te voeren op dit vlak vraagt veel kennis van de schoolorganisatie en de rol van de schoolleiding, maar bovenal van wat een individuele docent combineert (vanuit de methode, vanuit de eigen vaardigheden) om de lessen vorm te geven. Een accent dat we graag nog uitspreken is het combineren van kerndoelen (uit bijv. r/w, taal, dig.gel. en burgerschap).
Het lijkt ons goed dat er intensief contact is tussen o.a. opleiders, vakexperts en inspectie om de juiste ‘bril’ te krijgen.
Verwijzingen
- Drijvers, P. and Heemskerk, A. (2024). Blik op de basis. Een literatuurstudie naar basisvaardigheden rekenen-wiskunde (PDF) (pp. 26). Utrecht: Expertisepunt rekenen-wiskunde.