Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Hoe bereiden we studenten voor op vernieuwing?

Hoe ziet bètavernieuwing eruit waaraan docenten in scholen zelf kunnen bijdragen? Hoe ziet bètavernieuwing eruit die in veel scholen uitvoerbaar is? Wat zijn voorwaarden voor een bètavernieuwing om beide varianten mogelijk te maken? En wat betekent dat voor scholen, lerarenopleiders en studenten in de lerarenopleiding en voor scholen waar leraren beginnen?

Wat is er aan de orde gekomen?

Deze vier vragen kwamen aan de orde in de workshop van Frank Seller bij de studieconferentie over vernieuwingen in het bèta-onderwijs in juni 2009. Ze zijn interessant voor zowel lerarenopleiders in het eerstegraadsgebied als in het tweedegraadsgebied.

De experimentele bèta-curricula leggen andere accenten, er komen nieuwe contexten en onderwerpen in beeld binnen het programma, studenten kunnen in discussie gaan over de waarde van samenwerkend leren versus klassikale overdracht bij contextrijk onderwijs.

Deze vier vragen zijn natuurlijk interessant voor de vijf vakvernieuwingscommissies (VVC´s) zelf. Op de tweede vraag zullen zij vanzelfsprekend enthousiast reageren, een antwoord op de andere vragen is voor hen minder makkelijk te geven.  Dat is enigszins logisch, omdat de VVC´s op dit moment een opdracht uitvoeren:
een experimenteel programma voorzien van inspirerend lesmateriaal en dat beproeven op haalbaarheid, onderwijsbaarheid en toetsbaarheid. Ideeën bedenken voor opschaling, zelfs de voorbereiding daarvan, betekent buiten de door OCW verstrekte opdracht treden.

Het meest interessant is daarom, zeker in een bijeenkomst voor lerarenopleiders, deze vragen te bezien vanuit het perspectief van studenten in de lerarenopleiding. Wat is voor hen vernieuwing, wat is voor hen vernieuwend? Hoe kunnen we hen helpen zich daarvan een voorstelling te vormen?

In de workshop hebben we ons gebogen over verschillen in perspectief bij het zoeken naar antwoorden op de boven gestelde vragen. Dat leverde verrassende aandachtspunten op voor de opleiding, bij heel andere activiteiten dan in eerste instantie werd verwacht. Onderwijsontwikkeling vraagt van een team veel communicatieve vaardigheden en waar komt dat aan de orde? Lesmateriaal arrangeren is in het leermiddelenbeleid van scholen op dit moment speerpunt en hoe en waar leert een student dat?.

Literatuur

Powerpoint presentatie, filmpjes en verslag

Filmpje getoond tijdens de workshop van Frank Seller

Frank startte zijn workshop met een film waarin twee docenten terugblikken op een recent doorgevoerde verandering op hun school, namelijk verruiming van lesduur van 50 naar 75 minuten. De film illustreerde de verschillende perspectieven waarop docenten tegen vernieuwing aankijken. Deze casus vormde de opstap naar de twee vragen die centraal stonden in de werkgroep:

  • Hoe ziet bètavernieuwing eruit waaraan docenten zelf bijdragen?
  • Hoe ziet bètavernieuwing eruit die in veel scholen uitvoerbaar is?

Vanaf dat moment was het woord aan de deelnemers. De naar voren gebrachte suggesties varieerden van ‘randvoorwaarden aan bètavernieuwing’ tot ‘explicitering van het doel van bètavernieuwing’. Vanuit deze inventarisatie werd de stap gemaakt naar aankomende bètadocenten. Zij zijn degene die in de toekomst richting, vorm en inhoud aan continue bètavernieuwing moeten (kunnen) geven. Wederom werden twee discussievragen ingebracht:

  • Wat kan en/of moet een student, die op stage gaat, in de nieuwe school zien/herkennen van de bèta-ontwikkeling?
  • Wat zijn de (start)competenties van een beginnend docente of docent om bij te dragen aan de bèta-ontwikkeling van de school waar zij/hij gaat werken?

De vragen initieerden een levendige discussie waarin vele perspectieven en visies op het opleiden van bètadocenten naar voren werden gebracht. Tenminste 1 ding werd duidelijk: de inrichting van continue bètavernieuwing vraagt om visie en maatwerk op diverse niveaus, waaronder overheid, scholen en professionele docenten zelf.

Deelnemer over workshop van Frank Seller

ELWIeR en Ecent als één STEM