Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Een vakdidactisch drieluik

Hoe word je die inspirerende vakdidactisch begeleider, die een leraar in opleiding weet uit te dagen om zich vakdidactisch verder te ontwikkelen, zodat hij lessen geeft waar zowel de leerlingen als hijzelf met plezier op terugkijken? Lessen waarbij niet alleen de leerlingen worden uitgedaagd, maar waarbij ook de docent weer iets nieuws heeft geleerd over leerlingen, de lesstof en het lesgeven. Daarvoor is dit drieluik zeer bruikbaar.

Ze zijn al enige tijd geleden verschenen: drie publicaties van de hand van Fred Janssen en collega’s van het ICLON en de Rijksuniversiteit Groningen. Twee boeken en een brochure vormen een rijk vakdidactisch drieluik. Alle drie gratis te downloaden.

Uitdagend gedifferentieerd vakonderwijs. Praktisch gereedschap om je onderwijsrepertoire te blijven uitbreiden. Fred Janssen, Hans Hulshof en Klaas van Veen. Leiden/Groningen: UFB, 2016.

 

Wat is echt de moeite waard om te onderwijzen? Een perspectiefgerichte benadering. Fred Janssen, Hans Hulshof en Klaas van Veen. Leiden/Groningen: UFB, 2018.

 

 

Vakdidactische begeleiding en samen opleiden. Fred Janssen en Nelleke Belo. Utrecht: Platform Samen Opleiden & Professionaliseren, 2018.

 

 

In de brochure Vakdidactische begeleiding en samen opleiden worden praktische tools uit beide boeken beknopt gepresenteerd en wordt getoond hoe hiermee docenten (in opleiding) hun vakdidactisch repertoire stapsgewijs kunnen uitbreiden.

Terwijl in Uitdagend gedifferentieerd onderwijs de hoe-vraag centraal staat, gaat Wat is echt de moeite waard om te onderwijzen? over de wat- en de waartoe-vraag. In het eerste boek wordt de vakdidactiek benaderd vanuit de algemene didactiek, in het tweede boek gaan de auteurs vooral na hoe aan een analyse van het vakeigene richtlijnen kunnen worden ontleend voor de inrichting van het onderwijs.
Beide boeken hebben gemeenschappelijk dat ze gericht zijn op het ontwerpen van onderwijs en hiervoor praktisch gereedschap aanreiken. Tezamen bieden ze een theoretisch onderbouwd (vak-) didactisch kader, een gemeenschappelijke taal en praktisch gereedschap voor het (telkens weer opnieuw) maken van keuzes over het wat en hoe in het onderwijs.

Dit boek beschrijft een praktische gereedschapskist voor leraren gebaseerd op bestaande onderwijskundige kennis.

Uit het voorwoord:

In dit boek wordt een praktische toolkit aangereikt waarmee je je onderwijsrepertoire van gedifferentieerd uitdagende lessen bijna eindeloos kan uitbreiden. Daarbij bouw je telkens stapsgewijs voort op wat je wil en al kan, zodat je in flow blijft en zowel controleverlies als verveling wordt voorkomen. Kenmerkend voor onze benadering is dat voor elke stapsgewijze vernieuwing telkens jouw bestaande lesonderdelen als uitgangspunt worden genomen. We laten zien dat je door omdraaien en selectief weglaten van bestaande lesonderdelen iedere les snel en eenvoudig gedifferentieerd uitdagend kunt maken.

In Deel 1 van dit boek wordt de toolkit geïntroduceerd en geïllustreerd met voorbeelden van verschillende schoolvakken en worden de diverse gebruiksmogelijkheden praktisch besproken. Daarbij wordt de toolkit ook telkens uitgebreid met nieuwe bouwstenen waardoor de gebruiksmogelijkheden toenemen. We laten tevens zien dat de toolkit niet alleen kan worden gebruikt voor het uitbreiden van je eigen onderwijsrepertoire, maar dat leerlingen de toolkit in het kader van meer gepersonaliseerd onderwijs ook kunnen gebruiken voor het uitbreiden van hun leerrepertoire.

In Deel 2 van dit boek worden de theoretische achtergronden van deze toolkit uiteengezet. Ons uitgangspunt daarbij is dat bij goed algemeen vormend onderwijs de drie hoekpunten van de didactische driehoek (inhoud, leerling en docent) op elkaar zijn afgestemd. Kort gezegd: in goed onderwijs verwerven leerlingen waardevolle inhouden, op een wijze die voortbouwt op wat een leerling wil en kan (leerbaar) en praktisch uitvoerbaar is voor de docent. We bespreken achtereenvolgens theorievorming over de vragen wat waardevolle inhouden zijn, wat leerbaar is voor leerlingen en wat praktisch is voor docenten. Tevens laten we zien hoe de toolkit bijdraagt aan het vormgeven van goed algemeen vormend onderwijs.

Tot slot bevat Deel 3 vakkaternen met daarin voorbeelden en uitwerkingen van de toolkit voor de volgende vakken uit het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs: taal, rekenen, wereldoriëntatie, moderne vreemde talen, Nederlands, Griekse en Latijnse taal en cultuur, filosofie, geschiedenis, algemene economie, management & organisatie, maatschappijleer, scheikunde, biologie, natuurkunde en wiskunde.

De drie delen kunnen onafhankelijk van elkaar worden gelezen waardoor je als lezer ook zelf kan kiezen waarmee je zou willen beginnen.

Met een perspectiefgerichte benadering van onderwijs worden kennis, vaardigheden en houding van leerlingen met elkaar verbonden.

Iedereen is het erover eens dat onderwijs leerlingen moet voorbereiden op de toekomst. Maar vanaf dit punt lopen de meningen behoorlijk uiteen. Dewey constateerde al honderd jaar geleden dat daarbij veelal twee vertrekpunten worden gekozen: de leerstof en de leerling.

Vertegenwoordigers van een leerstofgerichte benadering zijn van mening dat vakinhouden de kern zouden moeten vormen van een toekomstgericht curriculum. Vertegenwoordigers van een leerlinggerichte benadering beargumenteren echter dat juist algemene (vakoverstijgende) vaardigheden en houdingen centraal zouden moeten staan. Deze tegenstelling tussen leerstof- en leerlinggericht onderwijs is zo hardnekkig dat de geschiedenis van onderwijs op alle niveaus kan worden beschreven als een voortdurende pendelbeweging tussen deze twee posities.

Perspectiefgerichte benadering

In dit boek wordt een perspectiefgerichte benadering gepresenteerd waarmee de auteurs hopen deze eindeloze en vruchteloze pendelbeweging te beëindigen. Perspectieven verbinden namelijk kennis, vaardigheden en houdingen op een hoger niveau. Leerlingen die zijn ingeleid in perspectieven leren niet alleen biologie, geschiedenis, aardrijkskunde en wiskunde, maar leren ook biologisch, historisch, geografisch en wiskundig denken. Bovendien kan een perspectiefgericht curriculum zorgen voor minder overladenheid, meer samenhang binnen en tussen de vakken en een balans tussen kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming.

Het zal de lezer gaandeweg duidelijk worden dat een perspectiefgerichte benadering niet vraagt om een onderwijsrevolutie, maar al stapsgewijs kan worden gerealiseerd door relatief beperkte aanpassingen van het bestaande onderwijs. Deze onderwijsevolutie stelt docenten niet alleen beter in staat nieuwe waardevolle doelen te realiseren, maar kan er tevens voor zorgen dat de bestaande doelen van leerstof- en leerlinggerichte benaderingen beter en in samenhang kunnen worden gerealiseerd.

In deel 1 van dit boek wordt de perspectiefgerichte benadering beschreven en verantwoord. In deel 2 wordt deze benadering door vakdidactici voor een groot aantal schoolvakken concreet uitgewerkt.

Deze brochure biedt handvatten voor het ontwikkelen van uitdagende lessen. Je treft er verschillende begeleidingsvormen en praktisch gereedschap aan voor het aangaan van het vakdidactisch gesprek en voor verbetering van de vakdidactische kwaliteit van lessen.

In het eerste hoofdstuk staan de auteurs kort stil bij de vraag waarom we aandacht moeten besteden aan vakdidactische bekwaamheid. In hoofdstuk 2 beschrijven ze een aantal vormen van vakdidactische begeleiding. Zo kan de docent bijvoorbeeld leren van observaties van de les van de vakdidactisch begeleider of de vakdidactisch begeleider geeft feedback op de lesuitvoering van de docent. Ze laten zien dat er, naast deze twee gebruikelijke vormen van vakdidactische begeleiding, ook andere (en vaak productievere) begeleidingsvormen mogelijk zijn.

Daarna volgen drie hoofdstukken waarin ze achtereenvolgens drie typen vakdidactisch gereedschap beschrijven. Ze illustreren het gebruik van de ‘gereedschapskist’ aan de hand van de vakdidactische ontwikkeling van biologiedocent Ilse, die daarbij wordt ondersteund door een vakdidactisch begeleider.

Als je snel aan de slag wilt met de inhoud van deze brochure, lees dan hoofdstuk 2 en de casebeschrijvingen van Ilse in de kadertjes. Je kunt vervolgens zelf bepalen welke vakdidactische gereedschappen (hoofdstuk 3, 4 of 5) je achtereenvolgens nader bekijkt en/of uitprobeert.

ELWIeR en Ecent als één STEM