Opbrengsten van de Ecent/ELWIeR Conferentie 2017: Trix loopt dwars door de vakdisciplines van de lerarenopleiding
Op 19 mei 2017 kwamen ongeveer 120 lerarenopleiders bij elkaar in Utrecht voor de jaarlijkse conferentie, voor pabo, tweedegraads en eerstegraads.. Het thema was: Trix loopt dwars door de vakdisciplines van de lerarenopleiding. De conferentie startte met een openingslezing over De Leidse Tyrannosaurus Rex door Yuri Matteman, hoofd afdeling educatie van Naturalis. Dit werd direct vervolgd door een ontwerp-sessie rondom deze zelfde Trix.
Programma
09:30 – 09:45 Ontvangst met koffie/thee
09:45 – 11:15 Ronde 1 – Openingslezing door Yuri Matteman en ontwerpsessie
11:30 – 12:45 Ronde 2 – Werkgroepen
12:45 – 13:30 Lunch
13:30 – 14:45 Ronde 3 – Werkgroepen
15:00 – 16:15 Ronde 4 – Werkgroepen
16:15 – 16:45 Borrel
De ongeveer 120 lerarenopleiders kunnen alsvolgt geduid worden
Ronde 1 – Openingslezing door Yuri Matteman en ontwerpsessie
- Door: Yuri Matteman (Naturalis)
- Doelgroep: algemeen
- Presentatie
- Video van de presentatie
Energieke en tot de verbeelding sprekende openingslezing. Natuurlijk is het onderwerp ‘dinosaurussen’ een makkelijke opener voor bijna iedereen, maar Yuri is ook in staat om de vertaalslag naar de lerarenopleiding te laten zien, vooral op het aspect wat het waard is om met open problemen te werken (en dus enigszins durven af te wijken van wat er in de diverse methoden wordt gebezigd). Juist de openheid van de problemen (en het ontbreken van relevante informatie) maakt dat de leerkracht/docent zich in feite moet heruitvinden om hier een rol van betekenis te vervullen richting de leerling.
Verder laat Yuri zien dat het ‘echte leren’ voor een belangrijk deel buiten de schoolmuren plaatsvindt, en dat is niet een ‘gratis’ opmerking (van een museum-mens) om het dan maar heel anders te gaan doen in het onderwijs, maar dat is juist de verbinding zoeken tussen al die plekken waar het leren plaatsvindt, en wat voor consequenties dit kan (c.q. moet) hebben voor die onderliggende plekken (onderwijs, educatie, thuissituatie). Al met al een inspirerend verhaal dat meteen doorklonk in de ontwerpsessie die volgde.
In groepjes dacht men na over ontwerpopdrachten voor studenten van de lerarenopleiding, en omdat de groepjes ‘gemeleerd’ van samenstelling waren (pabo, 2e, 1e; en ook alle vakken door elkaar) leverde dat een levendige discussie op, waar eigenlijk een beetje te weinig tijd voor was.
Openingslezing door Yuri Matteman
Ronde 2 – Werkgroepen
- W01 (elwier, pabo)
- Door: Dirk de Vries (Hanzehogeschool, Groningen)
De opleiders die reageerden gaven alleen op enkele details aan wat er zou moeten verdwijnen uit de kennisbasis. Men vindt de kennisbasis goed dekkend, maar vindt het wel veel. Dat is reden om zaken die niet direct te maken hebben met het basisonderwijs te schrappen. Dat is ook de reden dat vragen om uitbreiding niet gehonoreerd werden. Die gingen bijvoorbeeld in de richting van 21e eeuwse vaardigheden en invloed die dat zou moeten hebben op het curriculum. De Vries geeft aan dat er voorstellen binnen zijn gekomen over statistiek, onder meer als middel om onderzoek te kunnen doen, en computational thinking.
De Vries geeft aan dat zijn team geen opdracht had om iets over de toetsing te melden. Opmerkingen hierover werden dan ook ter zijde gelegd. Dat neemt niet weg dat – van meet af aan – de toetsing van de kennisbasis meer in beweging brengt dan de kennisbasis zelf. Daarbij komt dat deze toetsing bepalend is voor de positionering van de kennisbasis in de opleiding en dat deze positionering anders is dan eertijds door de samenstellers van de kennisbasis voorzien was.
Uit de bespreking van de herijking van de kennisbasistoets komt naar voren dat het om een zeer beperkte visieloze verandering gaat.
- W02 (ecent, pabo)
- Door: Marja van Graft en Martin Klein Tank (SLO)
- Presentatie
Vincent Jonker, Universiteit Utrecht
Wellicht dat er wat weinig mensen waren voor deze werkgroep (totaal 6 mensen) maar dat betekende niet dat er niet intensief kon worden gediscussieerd. We kwamen eigenlijk snel, geprikkeld door de duidelijke presentatie van Marja, op het thema van W&T in de andere vakken (en dan vooral de relatie met rekenen). Het gaat dan om de metafoor: is rekenen/wiskunde nu de koningin van alle vakken of de dienstmaagd? Oftewel: als je ‘integratie’ (of makkelijker: afstemming) nastreeft tussen vakken, zijn ze dan gelijkwaardig, of hebben ze uit de aard van de zaak verschillende rollen? Rekenen/wiskunde wil graag zowel in het basisvaardigheden-gebied een bijdrage leveren maar ook in het ‘hogere-orde-vaardigheden’-gebied, en dat laatste is soms voor de betrokken leerkrachten (basisonderwijs) toch wel een heel hoge eis (en heel veel werk).
Ook op de pabo valt het nog niet mee om ‘gezamenlijkheid’ vorm te geven. Er zijn wel enkele plekken in het curriculum waar wat gebeurt, maar vaak in kleine setting.
NB: We hebben wel goede leerkrachten nodig!
Hoe het probleem van de koningin en de dienstmaagd ook wordt opgelost, op het moment dat de implementatie van W&T ter hand wordt genomen, bijv. door hier plek voor de te zoeken binnen de reken-wiskunde-les, hebben we goede leerkrachten nodig die ‘de relatie kunnen leggen tussen de relevante elementen van bijv. rekenen/wiskunde binnen de voorliggende w&t-opdracht’. Het is even de vraag of we die leerkrachten al in groten getale hebben, en het is ook de vraag of het pabo-curriculum zelf de openheid heeft om bruggen te slaan tussen bijv. rekenen/wiskunde en W&T.
We concluderen dat er nog veel mogelijkheden zijn om de afstemming tussen W&T en de andere vakken verder te intensiveren, en daar vooral voor (aankomende) leerkrachten goede praktische ondersteuning te geven.
- W04 (elwier, 2e, 1e en ecent, 2e, 1e)
- Door: Mandy Stoop (Fontys Tilburg) en Gerald van Dijk (HU)
- Download presentatie
De werkgroep was bedoeld om deelnemers inzicht te geven in de aanpassing van de NVON cursus ‘Getting Practical’ voor techniek. ‘Getting Practical’ geeft deelnemers scherper zicht op de typen leerdoelen die kunnen worden behaald door leerlingen praktisch werk te laten uitvoeren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het werk van Abrahams/Millar. (https://www.rsc.org/cpd/teachers/content/filerepository/frg/pdf/ResearchbyMillar.pdf )
De doelen die daarin worden onderscheiden, zijn echter beperkt van toepassing op techniek of technologie. Techniek is namelijk niet hetzelfde als toegepaste natuurwetenschappen en techniekonderwijs streeft unieke doelen na.
De werkgroep was als volgt gestructureerd:
- Ijsbreker, waarbij deelnemers aan de hand van een voorwerp vertelden hoe zij een praktische activiteit rond dat voorwerp vorm zouden geven
- Noteren van doelen die de docent zou kunnen hebben bij een gegeven praktische opdracht, die was gekopieerd uit een techniekmethode
- Categorisering van die doelen in groepjes deelnemers
- Categoriseren van doelen bij een techniekopdracht aan de hand van een instrument uit ‘Getting Practical’, dat voor techniek is bijgesteld
- Feedback op het instrument door de deelnemers
- Presentatie door de werkgroepleiders van twee varianten van techniekonderwijs: Kimble’s APU (http://www.ecent.nl/artikel/1870/Technisch+ontwerpen+met+hoofd+en+handen/view.do ) en Maker Education
- Discussie over die varianten.
De werkgroep werd afgesloten met de opmerking van een deelnemer dat het de moeite waard is om de verbijzondering van Getting Practical voor techniek nog beter te doordenken.
- W05 (elwier, 2e, 1e)
- Door: Saskia van Boven (Radboud Docenten Academie), Monica Wijers (UU) en Gerrit Roorda (RUG)
- Download
In deze workshop worden materialen gepresenteerd van een college dat we ontwikkeld hebben over het onderwerp Combinatoriek. Aan de hand van de ontwikkelde materialen willen we nadenken over de vraag hoe modules voor wiskundedidactiek in de eerstegraadsopleidingen het beste vorm gegeven kunnen worden.
In deze werkgroep werden de deelnemers (8) na een korte inleiding in de rol van student geplaatst en gaven de presentatoren een deel van het college over de didactiek van combinatoriek. Het college is ontwikkeld door de opleiders saskia van boven en gerrit roorda (met medewerking van) die het al diverse keren hebben gegeven zowel op hun opleidingen als op conferenties en studiedagen. Het college is te verdelen in vier fasen:
- Zelf ervaren (in dit geval het oplossen van combinatoriek-vraagstukken)
- Reflecteren op die ervaringen (oa naar aanleiding van de geobserveerde aanpakken)
- Theorie (over telproblemen en de didactiek daarvan)
- Vertaling naar de praktijk (analyseren van lesmethoden, herschrijven van stukjes daaruit)
Het zelf werken aan de vraagstukken in groepen van 2 probleemoplossers en 2 observatoren zorgt voor grote betrokkenheid en interessante inzichten, onder andere in de verschillende manieren waarop experts en leerlingen met dit type opgaven omgaan.
In de discussie werd onder andere ingegaan op de relatie met probleemoplossen (Polya) en de (positieve) ervaringen met ‘echte’ studenten. Alle opleiders vinden dat dit college ook voor hen bruikbaar is zowel voor het meer algemene onderwerp probleemoplsossen als voor de specifieke inhoud Combinatoriek. Men zou meer van dit type materiaal en de ervaringen ermee (bijvoorbeeld in de vorm van video’s en werk van de studenten) willen delen. De opzet in vier fasen zou daarbij als een raamwerk kunnen dienen. Wellicht is Wikiwijs (waarop ook het materiaal van Open Online Bètadidactiek wordt gepresenteerd) daarvoor een geschikt platform.
- W06 (elwier, 2e, 1e)
- Door: Gerard van Alst (Fontys Tilburg) en Ton Konings (HAN)
- 20170519_conferentie_statistiek
De serie didactiekboeken ‘Wiskunde voor leerlingen van 12-16, voor de lerarenopleiding’ bevat de delen Algebra (2012), Meetkunde ( 2005), en Rekenen ( 2016). Met betrekking tot het domein ‘Informatieverwerking en Statistiek’ is er geen didactiekboek of module. Hieraan is in de Samenwerkingsgroep Lerarenopleidingen Wiskunde dit studiejaar gewerkt. In deze werkgroep presenteren we de stand van zaken, vragen we om feedback en behoeften van de deelnemers.
Het examenprogramma van het domein ‘Informatieverwerking en statistiek’ in het vmbo laat grote vrijheid toe, mede doordat het niet in het Centraal Examen getoetst wordt. De onderwijspraktijk is schraal en beperkt zich veelal tot het aflezen van diagrammen en rekenen aan centrummaten. De onderbouw van havo en vwo geeft eenzelfde beeld. Welk effect zou het veranderende bovenprogramma (Statistiek) moeten hebben op het programma van de onderbouw (Havo/VWO)? Het belang van ‘statistical literacy’ en de digitale mogelijkheden roepen de vraag op welke impuls de lerarenopleiding hieraan kan geven.
Vragen hierbij zijn bijvoorbeeld: op welke wijze kun je bij leerlingen kritische zin t.a.v. analyseren van informatie ontwikkelen? Is ontwikkeling van het concept verdeling niet belangrijker dan de nadruk op centrummaten? In hoeverre is statistisch onderzoek door leerlingen haalbaar?
Op welke wijze kunnen op de lerarenopleiding de vakcursussen Statistiek verweven worden met vakdidactieklessen?
Deze werkgroep bevat de volgende onderdelen :
- Korte presentatie en toelichting van de opzet van een module / inhoudsopgave van het boek.
- Bespreking van beoogde doelen
- We leggen ontwikkeld materiaal m.b.t. de bovenstaande vragen voor.
- Verdere uitwisseling van ervaringen.
- Wensen voor aanpassingen van de publicatie en/of aanbevelingen aan de SLW
Het programma ( zie beschrijving en powerpointpresentatie ) is volgens plan verlopen. De deelnemers verwoorden de behoefte aan ontwikkeling van een module. De gepresenteerde visie werd gedeeld: de missie die de opleidingen hebben in het propageren van statistiekonderwijs dat minder procedureel is en meer gericht op statistical literacy. De inhoudsopgave werd gewaardeerd. De uitwerking in een paragraaf centrummaten leidde tot enige discussie. Men ziet uit naar het boek.
- W07 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Hanneke Maasland (Hogeschool Rotterdam)
- Download
- W08 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Fer Coenders (ELAN/Universiteit Twente)
- Download
<
Tijdens dit overleg zijn de volgende punten besproken:
- Open online vakdidactiek over macro -meso- micro (Wikiwijs)
- Kennisbasis Docent Scheikunde HBO master
- Chem4all, ervaringen, regelingen en afspraken
- Minor “Omgevingsgericht Projectonderwijs”, een STEM minor die binnenkort in het HBO aanbod wordt opgenomen.
Onze volgde bijeenkomst zal plaats vinden tijdens Woudschoten Chemie op vrijdag 3 november 2017.
- W09 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Jeroen Goedkoop (UvA), Jan van der Veen (ELAN, Universiteit Twente) en Ralph Meulenbroeks (FI, UU)
- Download
In zijn inleiding schetste Jan van der Veen het karakter van vier vakinhoudelijke programma’s (beta4all ) waarmee docenten in opleiding met een andere vooropleiding flexibel kunnen werken aan hun lesbevoegdheid voor een van de schoolvakken natuurkunde, wiskunde, scheikunde en informatica. De studenten volgen vakken die in hun vorige opleiding niet aan bod zijn gekomen. De opzet is ‘blended’: twee wekelijkse bijeenkomsten in Utrecht naast veel zelfstudie. Alle universiteiten en lerarenopleidingen werken hieraan mee. Grote voordelen van deze aanpak zijn: (a) het is niet eenvoudig langs andere weg de vakkennis bij te spijkeren, (b) alle universiteiten hanteren dezelfde vakinhoudelijk toelatingseisen en erkennen de diploma’s van de cursussen.
De beta4all cursussen zijn voornamelijk op vakinhoud gericht. In sommige cursussen is ook enige aandacht voor de didactiek van het betreffende vak maar dat aspect wordt geacht voornamelijk in de reguliere vakdidactiek cursussen van de eigen lerarenopleiding aan bod te komen. De meeste cursussen worden afgesloten met een tentamen.
De cursussen zijn niet bedoeld als voorbereiding op onderzoeker maar op het docentschap. Dat betekent dat zij zijn afgestemd op de inhouden uit de examenprogramma’s, waarbij meer dan gebruikelijk aandacht wordt besteed aan de conceptuele aspecten. Uit universitaire kring wordt opgemerkt dat de reguliere bachelor cursussen daar lering uit zouden kunnen trekken omdat daar de conceptuele aspecten vaak ondergesneeuwd raken in de focus op kwantitatieve doelen.
De levendige discussie die volgde ging over de vraag hoe meer leraren zouden kunnen worden opgeleid, in het licht van het tekort aan docenten in de bovengenoemde vakken. Ter sprake kwam onder andere:
- Meer bekendheid geven aan de mogelijkheden van beta4all
- Meer samenwerken met scholen m.b.t. facilitering en stageplaatsen
- Het ontwikkelen van een onderbouw arrangement en een traject voor promovendi
- Afstemming met de eerstegraads opleidingen in het HBO
- Samenwerking met de bestaande regionale VO-HO netwerken (voorheen steunpunten)
- Trajecten voor meervoudige bevoegdheden inrichten voor breed opgeleide studenten (bijv. na psychobiologie: 1egraads biologie met tweedegraads wiskunde)
- Maar vooral inspelen op de motivaties om leraar te worden: om te gaan met jonge mensen en de mogelijkheden om als docent verder te professionaliseren, bijv. cursussen van beta4all volgen, aan een promotie te werken (dudoc ) of zelfs postdoc onderzoek te doen op school
Ronde 3 – Werkgroepen
- W10 (elwier, pabo)
- Door: Josje van der Linden (Hogeschool iPabo)
Van der Linden deelt enkele vignettes met de deelnemers aan de werkgroep en vraagt welke kansen de deelnemers in deze praktijkbeschrijvingen zien om de verbinding tussen schoolontwikkeling en studentonderzoek te versterken. In de discussie over deze vignettes komt naar voren:
- de schoolvraag is vaak anders dan de insteek die gekozen wordt binnen de opleiding,
- het is wellicht te optimistisch om te verwachten dat studenten een ontwikkeling op gang kunnen brengen als dat een rekencoördinator zelfs nauwelijks lukt.
- het is nodig dat de opleiding met de scholen rond de tafel gaat om schoolontwikkelvragen te vertalen in onderzoeksvragen,
- problematisch is dat leraren niet altijd zelf een onderzoekende houding hebben.
- W11 (elwier, pabo)
- Door: Marian Ooms (Onderwijsadvies & Training Universiteit Utrecht)
Tijdens deze werkgroep wordt gekeken naar de vraag: hoe stimuleer je aankomende leerkrachten om vaker onderzoekend leren te gebruiken tijdens hun reken-wiskundeonderwijs.
Marian Ooms analyseerde de enquêtegegevens van de Grote Rekendag van 2016 om na te gaan welke ondersteuning leraren nodig hebben bij het vormgeven van Onderzoekend leren (OL) in hun reken-wiskundeonderwijs. Om meer greep te krijgen op deze ondersteuningsbehoeften heeft Ooms negen leraren geïnterviewd. De interviewgegevens heeft zijn vervolgens bewerkt tot drie typeringen voor leraren als het gaat om het vormgeven van OL in het reken-wiskundeonderwijs.
- leraren die in hun huidige onderwijs en ideeën gebruik maken van OL tijdens rekenen-wiskunde en hierin geschoold zijn,
- leraren die bezig zijn om het gebruik van OL tijdens rekenen-wiskunde vorm te geven en enige vorm van scholing hebben ontvangen of zich er zelf verder in verdiept hebben, en
- leraren die naast de Grote Rekendag weinig gebruik maken van OL in het reken-wiskundeonderwijs en hier verder geen scholing in hebben ontvangen.
Ooms geeft aan dat leraren in iedere groep andere ondersteuningsbehoeften hebben. Ze gaat daarbij met name in op de derde groep leraren, die vooral aangeven dat de randvoorwaarden onvoldoende zijn om het reken-wiskundeonderwijs als OL vorm te geven. De tweede groep heeft met name behoefte aan meer informatie.
Een artikel naar aanleiding van het in deze presentatie gepresenteerde onderzoek verschijnt eind september in Volgens Bartjens – Ontwikkeling en Onderzoek.
- W12 (elwier, pabo)
- Door: Ronald Keijzer (Hogeschool iPabo)
Een artikel naar aanleiding van het in deze presentatie gepresenteerde onderzoek verschijnt eind september in Volgens Bartjens – Ontwikkeling en Onderzoek.
- W13 (ecent, pabo, 2e, 1e en elwier, pabo)
- Door: Marjolein Molenaar (Hogeschool Rotterdam) en Remke Klapwijk (TU Delft)
- Materialen op ontwerpen in beeld
In de workshop maak je kennis met Ontwerpen in Beeld en oefen je met twee strategieën voor formatieve evaluatie: het verhelderen van ontwerpvaardigheden en het verzamelen van bewijs van leren. Dat doen we aan de hand van een razendsnelle ontwerpopdracht. We sluiten af met een discussie over de waarde van deze aanpak voor Pabo-studenten.
Voorproefje? Bekijk de oefenkaarten en werkvormen op http://www.ontwerpeninbeeld.nl/ . Ontwerpen in beeld is geschikt voor midden- en bovenbouw primair onderwijs, maar de principes zijn breder toepasbaar.
In de groep luisteraars (ongeveer 10 mensen) wisten Marjolein en Remke al gauw enthousiasme te krijgen voor hun inspirerende verhaal over ontwerpen en hoe je dat zou moeten aanpakken op de basisschool. Met hele praktische materialen die ze zelf hebben ontwikkeld en uitgeprobeerd, en door het zelf in deze workshop ook uit te voeren, wordt het snel duidelijk hoe je leerlingen meer ontwerpend bezig kunt laten zijn, en wat dit van de leerkracht vraagt.
Vooral de activiteit waarbij de groepjes leerling materiaal krijgen om te beoordelen (leerlingen die ontwerpjes hebben gemaakt voor ‘mensen met beperkingen’) werkt heel inzichtelijk. De kindertekeningen laten duidelijk zien dat er creatieve denkprocessen hebben gespeeld tijdens het ontwerpen van hulpmiddelen.
Al met al zeer bruikbaar materiaal (en achterliggende ideeën) voor de lerarenopleiding. Marjolein zet eea al flink in in haar onderwijs, en dat werkt aanstekelijk op de aanwezige pabo-docenten. Ook de verspreiding richting zittende leerkrachten (o.a. via het kenniscentrum w&t zuidholland) verloopt goed.
- W14 (elwier, 2e, 1e)
- Door: Jos Tolboom (SLO), Paul Drijvers (UU), Theo van den Bogaart (HU)
- Download
In deze workshop bespreken we de eerste opbrengsten van het project door delen van het online materiaal door te nemen. Ook verkennen we de vraag op welke wijze dergelijk materiaal in de opleidingen van de workshopdeelnemers kan worden gebruikt en welke vormen ‘blended onderwijs’ dan eigenlijk heeft. Hierbij brengen we enkele voorbeelden in uit de tests die momenteel lopen. Aan het einde van de workshop discussiëren we over het langetermijndoel.
- W15 (elwier, 2e, 1e)
- Door: José Faarts (Fontys Sittard), Els Franken (Hogeschool Windesheim) en Lambrecht Spijkerboer (NCOI, afdeling wiskunde)
- Presentatie
Tijdens de workshop doen we een aantal verrassende meetkundeactiviteiten ter introductie en presenteren we ons “work in progress”. Verder is er gelegenheid tot uitwisselen van “good practices”.
Meetkunde-didactiekdocenten van de lerarenopleidingen nodigen we met klem uit om met deze workshop mee te doen. Dit bied je een mooie gelegenheid ideeën uit te wisselen en je wensen voor de meetkundebundel kenbaar te maken.
Het programma ( zie beschrijving en powerpointpresentatie ) is volgens plan verlopen.
Via spelletjes, werk met concreet materiaal, kijken naar stukjes ontwerp en scannen van het oude boek werden de deelnemers op actieve wijze betrokken in aandachtspunten voor de herziening van het boek.
- W16 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Jan van der Veen en Fer Coenders (ELAN/Universiteit Twente)
- Download presentatie
Binnen IMPULS gaat het vooral om het vernieuwen en versterken van de bètavakken door recent onderzoek vanuit de UT te gebruiken als context voor lesmateriaal voor vwo leerlingen. Bij vijf vakken, natuurkunde, scheikunde, wiskunde, informatica en NLT zijn onderzoeksgroepen gezocht die interesse hebben om mee te werken aan de ontwikkeling van deze leermaterialen (zie de power point voor het overzicht).
Nadat de uitgangspunten van IMPULS en de verschillende deelprojecten toegelicht waren, zijn de deelnemers twee deelprojecten specifiek gaan bekijken en bespreken.
Bij de NLT lab-on-a-chip zijn eenvoudige materialen gebruikt om leerlingen zelf een eenvoudige chip te laten maken waardoor het principe toegankelijk wordt en de relevante concepten mooi zichtbaar worden. Zien is voor leerlingen zeer belangrijk.
Bij de module over vroege kanker diagnose is te leerlingentekst waarin de context uit de doeken wordt gedaan besproken met als aandachtspunt hoe we leerlingen bij belangrijke concepten kunnen laten uitkomen. Dus hoe sturen we leerlingen vanuit een context in de richting van de concepten die we hen willen leren zonder dit voor te schrijven.
- W17 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Herman Schalk (SLO) en Jos Paus (Bonhoeffer College)
- Download
- W18 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Maurice Smeets en Dave van Breukelen (Fontys Sittard)
- Download
De aanleiding voor herziening van het curriculum van de lerarenopleidig techniek is gelegen in de sterke terugloop van het aantal studenten techniek. Een tweede aanleiding, die daarmee samenhangt, is de ontwikkeling richting leergebiedvorming op de scholen. De vraag naar technisch geschoold personeel is echter onverminderd groot, dus men wil in Sittard leraren techniek blijven opleiden. Er zijn echter steeds meer verschijningsvormen van techniekonderwijs in het VO, dus het is lastig om daar een herkenbare opleiding voor te positioneren.
Kenmerken van het nieuwe curriculum
Als onderleggers voor de inhoud wordt gebruikt:
- De kennisbasis lerarenopleiding techniek
- NGSS standards
- Kennisbasis onderbouw natuurwetenschappen en technologie (SLO
Er is een concept programma klaar. Daarin veel thematische onderwijs, bedrijfsstages/bezoeken. Als didactische benadering is gekozen voor het FITS model van Van Breukelen (Naar Kolodner). Er is veel aandacht voor het ‘conceptuele raamwerk’: De ‘sterke en zwakke koppeling’ tussen het ontwerpopdrachten en disciplinaire inhoud wordt expliciet onderwezen. Studenten mogen na één jaar kiezen voor natuurkunde.
Het ontwikkelproces
In september 2018 wil men starten. In de toekomst wil men wellicht onder een ander croho opereren. Men werkt intensief samen met scholen in de regio, ook om studenten te werven. Daarbij wordt ook het spel ‘ranking the class (wie is de leraar)’ingezet in een bètavariant. Studenten voeren dat uit met leerlingen van 4,5 Havo.
Vragen en opmerkingen vanuit de zaal:
Kan één docent alle inhouden behandelen? (risico: het curriculum wordt ‘mile wide, inch deep’). Oplossing: Men heeft opleiders met verschillende vakachtergronden aangesteld.
Werkgelegenheid: Kunnen docenten gedijen in scholen waar monovakken worden gegeven?
Ronde 4 – Werkgroepen
- W19 (elwier, pabo)
- Door: Marjolein Kool (Hogeschool Utrecht) en Ronald Keijzer (Hogeschool iPabo Amsterdam/Alkmaar)
97 Studenten op zeven verschillende pabo’s kregen drie kwartier de beschikking over tien voorbeelden van non-routine toetsopgaven met uitwerking. De onderzoekers observeerden hun zelfstudiegedrag en brachten het in kaart. Ze vonden interessante aanknopingspunten tot verbetering van het zelfstudiegedrag en het zelfstudiemateriaal.
Marjolein Kool en Ronald Keijzer onderzochten het zelfstudiegedrag van studenten die zich voorbereiden op de kennisbasistoets rekenen-wiskunde met behulp van de oefensite die door excellente studenten van de HU is ontwikkeld. Om de non-routine rekenopgaven in de toets op te lossen is het construeren van een eigen oplossingsmanier nodig. Dat vraagt om voldoende wiskundig probleemoplossend vermogen. Een dergelijk vermogen ontwikkel je door gericht te reflecteren op opgaven, structuren binnen opgaven, uitwerkingen en je eigen aanpak. Studenten moeten daarbij onder andere zowel horizontaalals verticaal mathematiseren.
Nauwkeurig is nagegaan hoe 97 studenten op 7 pabo’s aan een selectie van 10 opgaven met uitwerkingen (in video) werkten. Daaruit blijkt dat de intentie van studenten bij het werken aan het materiaal in het algemeen niet is om hun probleemoplossend vermogen te ontwikkelen. Ze willen een indruk van toetsopgaven krijgen en zichzelf testen in hoeverre ze al in staat zijn de toets te maken. In de discussie naar aanleiding van de presentatie herkennen opleiders wat Kool en Keijzer observeerden. Zij geven aan dat het wellicht goed is om het doel van het oefenen helderder te expliciteren en de ontwikkeling van probleemoplossend vermogen te faciliteren door studenten bij het oefenmateriaal hints te geven en vragen te stellen gericht op de wiskundige inhoud en heuristieken.
Het vervolg op dit onderzoek wordt besproken in de ELWIeR-onderzoeksgroep. Opleiders rekenen-wiskunde van de pabo worden van harte uitgenodigd bij deze onderzoeksgroep aan te sluiten. Informatie: Ronald Keijzer, R,Keijzer@ipabo.nl.
- W21 (elwier, pabo)
- Door: Jorine Vermeulen (Hogeschool Inholland Rotterdam)
In haar bijdrage laat Jorine Vermeulen zien hoe ze via een vraaggestuurde aanpak haar derdejaars studenten van Hogeschool Inholland enthousiasmeert om aan de kennisbasistoets rekenen-wiskunde te werken. Ze maakt daarbij enkele principiële keuzen, namelijk:
- niet het boek maar ontwikkeling van studenten is bepalend voor wat er gebeurt,
- studenten ruimte geven om te groeien en te ontdekken,
- niet veel voorbereiden, maar flexibel inspelen op waar studenten mee komen.
Vermeulen geeft aan dat ze daarmee kenmerken van realistisch reken-wiskundeonderwijs volgt, die ze ook zichtbaar wil maken voor haar studenten. Ze stelt de studenten bijvoorbeeld diagnostische vragen en hoopt dat de studenten dat bij hun leerlingen overnemen. Daarnaast geeft zij de sterke rekenaars de taak om andere studenten te helpen en kijkt ze bij het differentiëren goed naar de student. Verder stuurt ze de studenten aan op het gebruik van heuristieken om de opdrachten aan te pakken.
- W23 (ecent, 2e, 1e en elwier, 2e, 1e)
- Door: Saskia van der Jagt (Coornhert Gymnasium)
- Presentatie
Nauwkeurigheid, Betrouwbaarheid en Validiteit (NBV) zijn in leerlingonderzoek bij alle bèta-vakken belangrijke kwaliteiten. Het is voor leerlingen vaak moeilijk om te zien welke eisen hieraan gesteld worden en wat de overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende vakken zijn.
Saskia heeft in het kader van haar promotieonderzoek instrumenten gemaakt waarmee leerlingen zelf de Nauwkeurigheid, Betrouwbaarheid en Validiteit van hun onderzoek kunnen beoordelen, met als doel de kwaliteit van onderzoeksplannen en verslagen te verbeteren.
Leerlingen gebruiken bij het opzetten van hun onderzoek achtereenvolgens een Overzichtskaart, een Checklists en een Rubric. In het promotieonderzoek bleek dat leerlingen in een reeks onderzoeksopdrachten steeds beter met deze instrumenten konden werken en dat ze deze konden gebruiken om hun onderzoek te verbeteren.
Tijdens de werkgroep is vooral aandacht besteed aan bruikbaarheid voor de lerarenopleiding: bij vakdidactiek zouden de instrumenten gebruikt kunnen worden om concepten rond onderzoekskwaliteit verhelderen voor LiO’s, daarnaast werd gedacht aan didactische ontwerpopdrachten (een vereenvoudigde versie van het instrument n het kader van een leerlijn onderzoeken).
Saskia is docent aan het Coornhert Gymnasium in Gouda en is in december 2016 aan de VU gepromoveerd op dit onderzoek dat is uitgevoerd in het kader van het DUDOC-programma.
- W24 (ecent, 2e, 1e en elwier, 2e, 1e)
- Door: Victor Schmidt en Erik Woldhuis (SLO)
- Download
Er is ruim de gelegenheid om vragen te stellen en de discussie aan te gaan over onze bevindingen.
In deze sessie besprak een gemengd publiek (15 personen) de opvallendste resultaten en trends van Pisa, die de presentatoren hadden geselecteerd. In 2015 was scientific literacy het hoofdonderwerp, maar ook mathematical literacy werd getoetst. De discussie ging onder andere over de volgende zaken.
- De daling in resultaten (voor alle landen, maar voor NL iets sterker). Bij science zit deze daling (anders dan de deelnemers aan de werkgroep verwachtten) vooral bij de zwakste leerlingen. Er ontstaat een discussie over mogelijke oorzaken: lln zijn niet gewend aan het nieuwe type vragen met applets; het vak nask is al jaren niet meer vernieuwd; de kwaliteit van de docenten is minder dan voorheen; de kloof tussen zwakke en sterkere lln wordt steeds groter. Omdat hier onvoldoende onderzoek naar is gedaan blijft het een beetje gissen.
- Bij wiskundige geletterdheid is er ook een daling: die is het sterkst op het domein veranderingen en relaties (functies en algebra), terwijl de resultaten op het domein hoeveelheid juist stijgen. De veronderstelling is dat dit samenhangt met de toegenomen aandacht voor rekenen en de rekentoets, die ten koste gaat aan de algebra.
- De Nederlandse leerlingen scoren opvallend laag op de categorie die te maken heeft met hoe ‘leuk’ ze de vakken vinden. Bij science staat NL op grote afstand op de laatste plaats, bij wiskunde en taal is het iets beter maar staat NL nog steeds erg laag.
De correlatie van docentengedrag met de prestaties van de lln is het sterkst voor differentiatie (verder is de correlatie zwak en soms negatief bijv voor formatief evaluaren – zie ppt), Dit roept de vraag op wat er hier specifiek valt onder deze schalende.
De deelnemers aan de werkgroep kregen van de presentatoren in ieder geval genoeg voer voor verdere analyse, denkwerk en discussie.
- W25 (elwier, 2e, 1e)
- Door: Marc de Graaf (HRO), Michel van Ast (Leren-en-ICT) en Theo van den Bogaart (HU)
- Download
De ontwikkeling van het spel komt voort uit een samenwerking rond de ontwikkeling van lesmateriaal over didactiek van wiskunde en ICT. Dit komt voort uit een samenwerking van de workshopsgevers en de ontwikkelgroep uit SLW. De overige opbrengsten en ideeën in dit project zullen ook kort worden besproken.
Het programma ( zie beschrijving en powerpointpresentatie ) is volgens plan verlopen. Na een korte presentatie werd een spel in drietallen gespeeld. Het voldoet aan de bedoelingen: bewust wording van en stimuleren van de optimale afstemming van schoolwiskunde-onderwerpen, didactisch handelen en gebruikte technologie.
Het kaartspel werd ter plekke verkocht.
Hier is het spel te downloaden
- W26 (ecent, 2e, 1e)
- Door: Dirk Jan Boerwinkel (UU), Jeroen Sijbers (SLO) en Maarten Pieters (SLO)
- Download
- W27 (ecent, 2e, 1e en elwier, 2e, 1e)
- Door: Jenneke Krüger (Onderzoeker, auteur)
- Download
Verslag door Fer Coenders
Tijdens deze werkgroep is uitvoerig stilgestaan bij de kenmerken van NLT en wat deze betekenen voor docenten en voor het opleiden van NLT docenten.
NLT wordt gekenmerkt door het interdisciplinaire karakter, de rol van wiskunde bij de natuurwetenschappen, de wisselwerking tussen natuurwetenschappen en technologie, en de oriëntatie op studie en beroep. Naarst de aard van NLT zijn drie aandachtsgebieden belangrijk: de NLT leerdoelen voor leerlingen, didactische aandachtspunten en de organisatie van NLT op de school. Het docententeam wat voor NLT op school verantwoordelijk is heeft ten opzichte van de monovakken veel vrijheden: het kiest binnen randvoorwaarden zelf de modules, passen deze zo nodig aan hun omstandigheden aan, besluit wie uit het team de modules gaat verzorgen, hoe er getoetst zal worden, hoe de leerlijn er uitziet, en hoe het vak het beste tot zijn recht komt binnen het rooster. Bij al deze aspecten is stilgestaan tijdens de werkgroep.
Er wordt door een klein groepje gewerkt aan een digitaal bronnenboek voor lerarenopleidingen en docenten. De hierboven beschreven elementen zullen hierin worden opgenomen.
Ideeën voor de volgende conferentie
In de enquete was een vraag opgenomen wat eventueel voor volgend jaar (2018) interessant zou kunnen zijn w.b. thematiek/onderwerpen.
– Lesson study
– Flexibiliseringstraject opleidingen/ leeruitkomsten/ leerweg onafhankelijk toetsen
– de relatie tussen vakinhoud en vakdidactiek (en de organisatie binnen de opleidingen)
– Virtual Reality in de klas
– Werkgroepen zouden vooral moeten stimuleren om meer samen te werken tussen de opleidingen op innovatieve thema’s. Je zou ‘special interest groups’ in het leven kunnen roepen, nu al starten en voortgang jaarlijks op de conferentie rapporteren en/of werkgroepen volgend jaar de start laten zijn van SIGs.
– lezing over denkactiviteiten bevorderen in de klas en in de opleiding
– Culturele diversiteit
– Enthousiasmeren van studenten voor kennisbasisstof.
– Meer weten over de relatie Wiscatnorm-Kennisbasistoets succes.
– Vakintegratie op andere pabo’s. Hoe wordt dit vormgegeven.
– Science en loopbaanorientatie en -begeleiding, rol van de vakdidacticus.
– Technasium . Hoe kan dit idee verbreed worden ( bijv. ook naar vmbo)