Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Bruikbaar digitaal leermateriaal en de digi-generatie

Dit webartikel geeft toegang tot twee onderzoeken die zijn gepubliceerd. Het ene heeft als focus de leermiddelenkeuze van de docent, het andere de (leerling-)gebruikers. Deze webpagina sluit af met verwijzingen naar essays over digitale leermiddelen.

Over de diversiteit in mening en houding bij het bepalen van (digitaal) leermiddelenbeleid

Binnen het Programma Leermiddelenbeleid hebben veel scholen dit jaar ervaring opgedaan met het formuleren van een leermiddelenbeleid. En is er de afgelopen jaren flink met leermateriaal geëxperimenteerd. Daarbij werd materiaal door scholen gearrangeerd en – in mindere mate – zelf ontwikkeld. Het gebruik van digitaal leermateriaal was steeds een dominant thema. De scholen blijken met dezelfde vragen en thema’s te worden geconfronteerd.

  • Hoe gaan we om met de diversiteit in wensen en behoeften van docenten en schoolleiding?
  • Hoe integreren we het gebruik van digitaal leermateriaal? En hoe sturen we dat proces aan?

Om die vragen te beantwoorden, blijkt het belangrijk dat er systematisch – per school, per team en per sectie – wordt gesproken over wat een leermiddel moet zijn en moet kunnen. En zijn de overeenkomsten en verschillen in mening en houding van betrokkenen wel bekend? Een mogelijk hulpmiddel bij deze vragen is de LeermiddelMentality-test, die inzicht geeft in de houding van docenten ten opzichte van leermiddelen. Op deze webpagina staat een link naar verslag van een onderzoek naar ruim 800 docenten. Ken de (digitale) Leermiddelmentality van Docenten. Een interessant fragment en verwijzingen naar essays over digitale leermiddelen.

Waarom digitaal materiaal?

Fragment uit: “Ken de digitale leermiddelmentality van docenten” op Kennisnet onderzoek

Bij de discussie over het waarom van digitaal leermateriaal noemen betrokkenen bij het programma Leermiddelenbeleid vaak de volgende slechte en goede argumenten en meningen:

  • Omdat leerlingen er beter van leren (dat is nog nooit bewezen).
  • Omdat het past bij de multitaskende leerling (het tegendeel is waar: uit onderzoek blijkt dat er niet multitaskend wordt geleerd, zie bijvoorbeeld Ophir, 2009).
  • Omdat het goedkoper is (dat is meestal niet het geval).
  • Omdat de afwisseling van verschillende werkvormen leerlingen motiveert.
  • Omdat digitaal materiaal er nu eenmaal bij hoort en even normaal is als een leerboek, een film, een samenwerkingsopdracht of een naslagwerk.

Een digitale wereld een nieuwe kijk op leren?

Dit rapport kijkt breder dan het onderwijsveld. Er worden toepassingsvragen gesteld met het onderwijs aan deze en komende generaties. Het geeft geen concrete toepassingen voor de volgende lesdag. Het geeft wel vragen die tot nadenken stemmen.
De onderwerpen, vragen voor het onderwijs op een rij:
Games en communities
• Wat zijn positieve en wat zijn negatieve kanten van het spelen?
• Kun je games inzetten in onderwijs?
Profielsites, weblogs en de produsent
• Waarom hebben mensen een profielsite of een weblog? Wat is een prosument?
• Wat moet het onderwijs ermee?
De netgeneratie en netwerkleren
• Welke kenmerken worden er toegedicht aan de netgeneratie?
• Hoe zit leren er in de toekomst uit?
• Hoe past de generatie in dit beeld?
Games en communities
• Wat zijn positieve en wat zijn negatieve kanten van het spelen (van online games)?
Positief: Ontwikkeling sociale competenties en creativiteit; Experimenteren rollen en identiteit
Negatief: Verslavende werking; Stimuleren agressie – > rol van agressie en sexualiteit ook in andere internettoepassingen: -> webwise maken
• Kun je games inzetten in onderwijs?
Om leren middels een game daadwerkelijk tot stand te brengen moet de ontwikkelaar nadenken over een didactisch concept, een passende vorm en een passend script. Welk type game past het best bij de leervraag? Verder onderzoek hier is gewenst.
Profielsites, weblogs en de prosument
• Waarom hebben mensen een profielsite of een weblog? Wat is een prosument?
– Internetgebruik jongeren gericht op vriendschappelijke en sociale relaties. Managen van identiteit: Wie ben ik? Wie kan ik zijn. wat vinden anderen daarvan en hoe ik dat aanpassen?
– Daarnaast toename etaleren van gedachten en belevenissen. Naast ‘downloaden’ ook ‘uploaden’ -> prosument
– Er lijkt een nieuwe generatie te ontstaan die meningsvormende discussies eerst voert op het internet. En kennis opdoen door discussies en meningen van anderen binnen een digitaal netwerk. (vk: zie hepatitesvaccinatie graad)
– Binnen allerlei uitingsvormen lijkt leren binnen netwerken een constante.
De netgeneratie en netwerkleren
• Welke kenmerken worden er toegedicht aan de netgeneratie?
• Hoe zit leren er in de toekomst uit?
• Hoe past de generatie in dit beeld?
– Onderwijs zal door de steeds meer toegankelijke informatiestromen steeds minder mensen leveren met up-to-date kennis.
– Gevraagde capaciteit: vinden, selecteren, interpreteren en bewerken.
– De netwerkcapaciteit van de huidige generatie lijkt haar kracht.
– Het lijkt er niet meer om waar je die kan vinden, maar of en hoe je in het juiste netwerk komt waar je bepaalde kennis kunt vinden.
– Gezien het gevaar dat mensen zich aansluiten bij netwerken die bij hen passen schuilt het gevaar van beperkt blikveld en een vermindering van ontwikkeling.
– Opvoeder (ouder, docent) heeft de uitdaging de leerlingen te stimuleren verder te kijken dan hun neus lang is.
– Te ontwikkelen vaardigheden bij leerlingen: kritisch denken en betekenis geven.

Literatuur

Essays over bruikbaar digitaal leermateriaal zijn te vinden op kennisnetonderzoek.wordpress.com.

ELWIeR en Ecent als één STEM