Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Boek: Ruim en evenwichtig, oordeelsvorming in de biologieles

Mag alles wat kan? Moet alles wat kan? Hoe laat je leerlingen nadenken en discussiëren over zulke vragen? Frans Olofsen, Agnes Legierse en Rob Boschhuizen schreven hierover een boek: ‘Ruim en evenwichtig, oordeelsvorming in de biologieles’. Een boek speciaal voor biologiedocenten in de tweede fase, maar ook bruikbaar voor andere bètavakken.

Een kijkje in de biologieles van een 4 havo-klas anno 2012. Het gaat er stevig aan toe tijdens het debat over de stelling “DNA-fingerprints mogen voor elk doel door de overheid gebruikt worden’’. Twee leerlingen verdedigen met vuur tegenover elkaar hun standpunt voor of tegen. Ze laten elkaar uitspreken en er wordt goed geluisterd door alle leerlingen van de klas. De verdediger van de stelling is duidelijk beter in het debat dan zijn tegenstander. Hij speelt met argumenten, pareert de argumenten van zijn tegenstander, maakt grappen, wordt niet gehinderd door niet al te veel inhoudelijke kennis en laat nauwelijks twijfel zien. Hij is duidelijk de winnaar van het debat.

Toch knaagt er wat. Dat blijkt na afloop wanneer leerlingen tegen de docent zeggen: “Meneer, wat is dat nu, het ging nauwelijks over biologische vakinhoud? De meeste argumenten gingen over geld, niet eens over de juridische of maatschappelijke gevolgen.”
Een ogenschijnlijk goed debat schoot toch zijn doel voorbij. Het winnen stond zó centraal dat de dialoog met elkaar uit het zicht verdween. De leerlingen werden te weinig gestimuleerd om zich in te leven in het standpunt van de ander. Het belang om de stelling vanuit meerdere invalshoeken te benaderen ontbrak. Leerlingen kregen te weinig kans om een eigen individueel oordeel te vormen.

Het kan anders: leerlingen op weg helpen om ruim en evenwichtig te oordelen. Hoe dat gaat, wordt beschreven in het boek ‘Ruim en evenwichtig, oordeelsvorming in de biologieles’. In dit webartikel wordt kort ingegaan op de inhoud van het boek.

Wat kan een opleider / docent eraan hebben?

De auteurs van het boek zijn van mening dat oordeelsvorming niet iets is wat een docent er zo maar even bij doet. Oordeelsvorming zou een integraal onderdeel moeten vormen van het biologieonderwijs. Het examenprogramma havo/vwo vanaf 2013 geeft daarvoor een opening, door middel van het subdomein A9 Waarderen en oordelen. Deze vaardigheden zijn uitermate bruikbaar in onze ‘risicomaatschappij’.

In het boek wordt een systematische aanpak voor het proces van oordeelsvorming beschreven. Het uitgangspunt daarbij is het model voor DilemmaGeoriënteerd Leren, het DGL-model (zie onder ‘Het DilemmaGeoriënteerde Leermodel’). Er wordt uitgebreid beschreven hoe de docent de ontwikkeling van ruim en evenwichtig oordelen bij leerlingen kan bevorderen. Concrete tips en lesmaterialen worden aangereikt. Ook biedt het boek een schets voor een leerlijn. Verder wordt aangegeven welke discussieonderwerpen er in de examenprogramma’s te vinden zijn. De docent kan naar eigen inzicht de handreikingen in zijn of haar lessen inpassen.

Ruim en evenwichtig oordelen

Wat houdt ruim en evenwichtig in?

Met ruim oordelen wordt bedoeld dat:

  • de leerling naast biologische kennis ook de sociaal-economische, mondiale en juridische perspectieven op een inhoudelijk juiste manier in zijn/haar oordeel integreert
  • de leerling daarbij een plek geeft aan de eigen intuïties, emoties, persoonlijke en religieuze waarden
  • de leerling twijfel toelaat, dat wil zeggen: inziet dat sommige problemen zó complex zijn dat er nooit volledige duidelijkheid kan zijn

Met evenwichtig oordelen wordt bedoeld dat:

  • de leerling met anderen kan praten over keuzes en argumentatie
  • de leerling de keuzes en argumenten van anderen respecteert
  • de aandacht vooral op de inhoud gericht blijft

Het is daarbij belangrijk dat een leerling op een juiste manier en respectvol omgaat met informatie van vakdeskundigen. Denken, willen en voelen van zichzelf en anderen dient een juiste plek te krijgen.

Het DilemmaGeoriënteerde Leermodel

Het DGL-model (zie figuur) is gebaseerd op werk van Rob Boschhuizen (VU, Amsterdam). Uitgangspunt van het model is dat het oordeelsvermogen zich ontwikkelt in een cyclisch proces waarbij:

  • gestart wordt met de confrontatie van de eigen (intuïtieve) ideeën met die van anderen
  • met elkaar ervaringen worden gedeeld en nieuwe ervaringen worden opgedaan
  • de ervaringen die ingebracht worden, zich hierdoor verdiepen
  • vakinhoud en filosofie meer en meer benadrukt worden, en steeds meer perspectieven in het vizier komen

In dit cyclisch proces komen vijf basisvaardigheden aan de orde:

  1. Informatie verzamelen en ordenen (=opsporen)
  2. Het belang van informatie wegen (= afwegen)
  3. Standpunt bepalen (=kiezen en onderbouwen)
  4. Communiceren
  5. Rapporteren

Leerlingen maken zich deze vaardigheden eigen door:

  • de gehele cyclus te doorlopen in een leeractiviteit
  • onderdelen van het cyclisch proces apart te oefenen. Bijvoorbeeld door intuïtief een oordeel te geven met aandacht voor de eigen emoties. Of door bronnen kritisch te benaderen

Figuur: ‘Het Dilemma Georiënteerde Leermodel’ 1 = Opsporen; 2 = Afwegen; 3 = Kiezen en onderbouwen; 4 = Communiceren; 5 = Rapporteren (Bron: Boschhuizen et al., 2007)

Praktische toepassingen

In het boek staat lesmateriaal of er worden verwijzingen naar lesmateriaal gegeven. Met dit lesmateriaal kunnen leerlingen veel vaardigheden tegelijk oefenen. Een paar voorbeelden:

  • Een hoorzitting over kloneren. Dit is een spelvorm waarin een stelling wordt aangevallen en verdedigd. Daartoe nemen leerlingen verschillende rollen op zich die overeenkomen met bepaalde perspectieven. In verschillende rondes wordt een discussie gevoerd. In elke ronde verdiept de discussie zich volgens de fasen van het DGL-model
  • Verwijzingen naar websites met WebQuests over genomics
  • Verwijzingen naar lesmateriaal van ethische debatten met weging van waarden (volgens de Konstanz Method en methodes van de Engelse Michael Reiss en de Nederlandse Van Willigenburg)

Ook is er aandacht voor het apart oefenen van onderdelen uit het cyclisch proces. Er wordt aangegeven welke deelvaardigheden geoefend kunnen worden, met daarbij tips voor de lesaanpak.
Voorbeelden van dergelijke deelvaardigheden:

  • Herkennen van ethische kwesties
  • Zicht krijgen op de eigen waarden
  • Luisteren naar elkaar
  • Argumenten analyseren en formuleren

Leerlijn

In het boek wordt een mogelijke aanpak voor het ontwerp van een leerlijn geschetst met behulp van het vier-componentenmodel van Van Merriënboer & Kirschner, ook wel het 4C/ID-model genoemd. Het vier-componentenmodel streeft ernaar alle aspecten van een complexe vaardigheid geïntegreerd aan de orde te stellen. De verschillende deelvaardigheden komen zoveel mogelijk in combinatie met elkaar aan bod.

Verwijzingen

ELWIeR en Ecent als één STEM