Lerarenopleidingen Science en Wiskunde/Rekenen

Een toets met correctievoorschrift maken bij kracht en beweging

In de bachelor-lerarenopleiding van instituut Archimedes van de Hogeschool Utrecht zijn er twaalf vakcursussen. Iedere vakcursus heeft een beroepsgerichte opdracht, waarin studenten bij het vakdomein van de cursus een leermiddel maken dat gebruikt kan worden in de schoolpraktijk. Dit betreft de vakcursus kracht en beweging. De beroepsgerichte opdracht bestaat uit het maken van een toets en een correctievoorschrift bij het onderwerp kracht en beweging.

Toets en correctievoorschrift

Vrijwel iedere docent toetst regelmatig. Natuurlijk kan een docent gebruik maken van bestaande toetsen, bijvoorbeeld van collega’s of uit de docentenhandleiding bij de methode. Docenten maken zelf echter ook vaak toetsen en in elk geval zullen ze de toetsen die ze willen gebruiken op geschiktheid moeten beoordelen en zo nodig aanpassen. Maar wat bepaalt eigenlijk wanneer een toets geschikt is? In deze opdracht oriënteert de student zich op theorietoetsen en de bijbehorende correctievoorschriften. De student leest zich in, maakt en beoordeelt een VMBO examen en kijkt kritisch naar de beoordeling van een 3 HAVO repetitie. Op basis van deze oriëntatie worden een aantal criteria opgesteld waaraan een geschikte toets moet voldoen. Tenslotte ontwerpt de student zelf een theorietoets met bijbehorend correctievoorschrift.

Oriëntatieopdrachten voor de student

Met de onderstaande opdrachten kunnen studenten zich oriënteren op het ontwerpen van theorietoetsen en de bijbehorende correctievoorschriften.

Het geheel leidt tot een lijstje met eigen aandachtspunten voor het ontwerpen van een toets en correctievoorschrift.

In opdracht 1 maken studenten het examen en kijken het van elkaar na met het correctievoorschrift.

In opdracht 2 wordt onderwijskundige literatuur bestudeerd over toetsen

Opdracht 3 bestaat uit het bestuderen van een repetitie voor 3 havo met correctievoorschrift en het bestuderen van het nagekeken werk.

Eindopdrachten voor studenten

Na de oriëntatie gaat de student werken aan de eindopdracht. Dit houdt in dat de student een theorietoets maakt over kracht en beweging passend bij een schoolboek voor de onderbouw havo – vwo of vmbo, aan de hand van zelf geformuleerde leerdoelen. De student stelt bovendien een correctievoorschrift op voor deze toets. De student gebruikt voor de eindopdracht uiteraard het lijstje met aandachtspunten dat in de voorgaande opdrachten is opgesteld. Na deze opdracht kan de student:

  1. voor een toets leerdoelen formuleren
  2. een toets ontwerpen en verantwoorden met de leerdoelen
  3. een correctievoorschrift maken

ELWIeR en Ecent als één STEM